Motassadeq wel degelijk medeplichtig aan moord
De Duitse gerechtelijke instantie in strafzaken waarbij de Grondwet niet in het geding is, verwees daarmee een eerder oordeel van een lagere rechtbank naar de prullenbak. Motassadeq, die bevriend was met de leider van het zelfmoordcommando dat de aanslagen pleegde, moet terug naar een rechtbank in Hamburg die hem een nieuwe, hogere straf moet opleggen.
De Marokkaan loopt al jaren rechtbank in en rechtbank uit wegens zijn contacten met de Hamburgse terreurcel van Mohammed Atta. In 2003 resulteerde de rechtsgang in een veroordeling door het gerechtshof in Hamburg wegens medeplichtigheid aan moord. Hij kreeg vijftien jaar cel. Dat vonnis werd echter in 2004 vernietigd omdat er te weinig bewijs voor zou zijn geleverd.
In een tweede zaak voor het hof in Hamburg achtte de rechter Motassadeq schuldig aan lidmaatschap van een terroristische organisatie, maar niet aan medeplichtigheid aan moord. In augustus 2005 kreeg hij zeven jaar gevangenisstraf opgelegd. In afwachting van de behandeling van het hoger beroep stelden de autoriteiten hem op last van de rechter op vrije voeten. Ondanks een verzoek van het OM om Motassadeq in afwachting van de oplegging van een hogere straf in hechtenis te nemen, blijft hij op vrije voeten.
Het BGH heeft het vonnis van vorig jaar donderdag deels verworpen. Motassadeq zou zich volgens het hof wel degelijk schuldig hebben gemaakt aan medeplichtigheid aan moord. Daarvoor hangt hem een maximumstraf boven het hoofd van vijftien jaar.