NASA gebruikt stuntpiloten om 'Genesis' op te vangen
De Genesis-capsule werd drie jaar geleden gelanceerd om ionen uit de zonnewinden op te vangen. Volgens onderzoekers zullen de opgevangen deeltjes, die samen niet meer wegen dan een paar korreltjes zout, belangrijke informatie over het ontstaan van de planeten opleveren. Hoewel de capsule ontworpen is om zelf op aarde te kunnen landen kan deze daarbij wel beschadigd raken.
Stuntpiloten
Het is de bedoeling dat de capsule eerst wordt afgeremd door een parachute van 11 kilometer per seconde tot zo'n 15 kilometer per uur. Op 2750 meter hoogte gaan de twee stuntpiloten proberen de parachute met behulp van een haak aan een helikopter op te vangen.
Mochten de piloten de parachute niet te pakken krijgen tijdens de eerste poging dan hebben ze nog 23 minuten en maximaal vijf kansen totdat de capsule een hoogte van 150 meter bereikt. Het verdere lot van de missie hangt dan af van de grond waarop de capsule landt.
Materiaal uit de ruimte
Met het terugkeren van Genesis wordt er voor het eerst sinds de jaren '70 weer materiaal uit de ruimte mee naar de aarde genomen. Toen werden er maanstenen meegenomen door bemande Amerikaanse Apollo-missies en onbemande Luna-missies van de Sovjetunie.
Als het opvangen van de capsule succesvol is, zal het voor het eerst in de geschiedenis zijn dat er een voorwerp afkomstig uit de ruimte in de lucht wordt opgevangen. Het opvangen van pakketjes met helikopters is overigens niet ongewoon. Helikopters waren betrokken bij honderden missies om filmpjes uit spionagecamera's op te vangen boven onder andere de Sovjetunie tijdens de koude oorlog.
Het opvangen van de capsule ging tot nu toe bij alle tests goed