Vrijwel geen hoop voor kompels Nieuw-Zeeland
Voor de 29 mijnwerkers die sinds vrijdag ondergronds in een mijn in Nieuw-Zeeland vastzitten is vrijwel geen hoop meer. Premier John Key zei dinsdag in het parlement dat men zich moet 'voorbereiden op het ergste'.
Door de aanwezigheid van explosief methaangas kunnen reddingswerkers de mijn niet binnengaan. Bovendien doen andere gassen vermoeden dat er diep in de mijn een vuur smeult. Een robot van het leger die dinsdag werd ingezet ging stuk. In het apparaat, dat beeldopnames had moeten maken en had moeten meten hoeveel gas er in de mijn hangt, ontstond kortsluiting door sijpelend water.
Na de explosie wisten maar twee mijnwerkers uit de Pike River Mine op het Zuidereiland te ontsnappen. Van de rest, tussen de 17 en 62 jaar oud, is sinds vrijdag niets meer vernomen. De autoriteiten vermoeden dat ze zich op twee kilometer afstand van de uitgang bevonden toen de explosie zich voordeed.
De mijnwerkers hadden elk voor een half uur zuurstof bij zich. In de mijn liggen voorraden perslucht, voedsel en drinkwater waarmee ze enkele dagen zouden kunnen overleven.
De mijnen in Nieuw-Zeeland zijn relatief veilig. In de 114 mijnen in het land kwamen bij ongelukken in totaal 181 mensen om het leven. De grootste mijnramp deed zich voor in maart 1896, toen 65 doden vielen bij een gasexplosie.
In de goud- en kopermijn in Chili, waar 33 mijnwerkers na 69 dagen gered konden worden, was geen methaangas.