Erdogan presenteert nieuw kabinet, koerswijziging op financiën verwacht
De Turkse president Tayyip Erdogan heeft zijn kabinet gedeeltelijk gereorganiseerd en een economische ommekeer aangekondigd. De econoom Mehmet Simsek gaat het Ministerie van Financiën leiden en trachten de noodlijdende economie van het land weer op de rails krijgen. Simsek wordt zeer gerespecteerd op de financiële markten en wordt beschouwd als een vertegenwoordiger van de neoklassieke regels van economisch en financieel beleid. Tussen 2009 en 2018 was hij minister van Financiën en vicepremier.
De benoeming van Simsek lijkt te wijzen op een koerswijziging van het huidige economische beleid van Turkije. De huidige koers wordt als controversieel beschouwd. Ondanks de extreem hoge inflatie verlaagde de centrale bank in opdracht van Erdogan de rentetarieven in plaats van ze te verhogen in de strijd tegen de inflatie. De nationale munteenheid, de lira, deprecieerde echter drastisch, wat op zijn beurt het inflatieprobleem verergerde.
Turkije moet veel goederen en grondstoffen importeren en betalen met vreemde valuta. Door de zwakke lira zijn deze opnieuw duurder geworden,de meerkosten komen voor rekening van de consument. Deskundigen hebben gewaarschuwd dat de economie verder in elkaar zakt als het huidige beleid wordt voortgezet omdat de deviezenreserves uitgeput raken. De hoge inflatie treft vooral mensen met lage inkomens hard.
De autoritaire koers zal vermoedelijk blijven bestaan
Voormalig inlichtingenchef Hakan Fidan wordt de nieuwe minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet van Erdogan. Fidan vervangt Mevlut Cavusoglu. Stafchef Yasar Güler werd benoemd tot minister van Defensie. De voormalige gouverneur van Istanboel, Ali Yerlikaya, wordt de nieuwe minister van Binnenlandse Zaken. Erdogan, die al 20 jaar regeert, was eerder beëdigd voor een nieuwe termijn. De 69-jarige, die enigzins achterliep in peilingen, kreeg 52,2 procent van de stemmen in de tweede ronde van afgelopen weekend.
Zijn ambtstermijn van vijf jaar zal Erdogan in staat stellen zijn autoritaire beleid voort te zetten. Dit polariseerde het land, maar versterkte de positie van Turkije als regionale militaire macht. Na de beëdiging in het parlement vond in het presidentieel paleis een ceremonie plaats met hooggeplaatste vertegenwoordigers uit 78 landen en internationale organisaties, waaronder NAVO-secretaris-generaal Jens Stoltenberg, de Venezolaanse president Nicolas Maduro en de Hongaarse premier Viktor Orban.