Veroordeling bestuurder (19) na veroorzaken ongeluk, reed 90 km/h te hard
Een 19-jarige jongeman uit Leusden heeft zich schuldig gemaakt aan het veroorzaken van een ongeval waarbij twee passagiers zwaargewond zijn geraakt. De jongeman reed met een snelheid van 121 km/h door de bebouwde kom, terwijl daar maximaal 30 km/h is toegestaan.
De rechtbank Midden-Nederland veroordeelt de jonge bestuurder tot een voorwaardelijke taakstraf en een voorwaardelijke rijontzegging van 12 maanden.
Ruim 90 km/h te hard
Op 10 januari 2020, de verdachte was toen 17 jaar oud, gebruikte hij op een parkeerplaats in Soest lachgas en stapte daarna samen met twee anderen in een auto. Hij reed met een snelheid van 121 kilometer per uur door de Beaufortlaan, verloor de macht over het stuur en knalde tegen een boom. De twee passagiers zijn gewond naar het ziekenhuis gebracht.
Zwaar lichamelijk letsel
Het is aan de rechtbank om vast te stellen of de jonge bestuurder schuld heeft aan het ongeluk én of er bij de passagiers sprake is van zwaar lichamelijk letsel. De man reed bewust veel te hard om ‘stoer te doen’. Bovendien gebruikte hij kort daarvoor lachgas. Op zitting verklaarde de bestuurder dat hij denkt dat het gebruik van lachgas zijn rijgedrag beïnvloedde. Door dit rijgedrag heeft hij zichzelf, maar zeker ook zijn passagiers in een gevaarlijke situatie gebracht. De rechtbank is van oordeel dat hij schuld heeft aan het ongeval. Hij is als weggebruiker tekortgeschoten in zijn zorgplicht waardoor een aan zijn schuld te wijten ongeval heeft plaatsgevonden. Zijn twee passagiers zijn beiden nog steeds niet hersteld van het ongeluk. Eén van hen is voor 80-100% arbeidsongeschikt verklaard. In beide gevallen is sprake van zwaar lichamelijk letsel.
Strafmaat
De rechtbank neemt het de man kwalijk dat hij zo onvoorzichtig is geweest en met zo’n hoge snelheid een ongeluk veroorzaakte. Maar bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank ook rekening met de persoon van de – toen minderjarige – verdachte. Na het ongeluk is hij vanwege een psychose opgenomen in een kliniek. Hij is daar nog steeds onder behandeling. Inmiddels gaat het voorzichtig beter met hem, hij heeft werk, woont bij zijn ouders en gebruikt geen drugs meer. De rechtbank is het met de deskundigen van de Raad voor de Kinderbescherming en de officier van justitie eens dat een forse voorwaardelijke straf op z’n plaats is. De rechtbank gaat mee in de eis van de officier van justitie en legt hem een voorwaardelijke taakstraf van 160 uur en een voorwaardelijke rijontzegging van 12 maanden op.