Neerslagtekort loopt flink op door heet en zonnig weer
Het neerslagtekort gemiddeld over Nederland loopt de komende week op tot circa 250 mm. Hiermee behoort het groeiseizoen van 2020 tot de droogste 5% sinds het begin van de metingen in 1906. De droogte kent grote regionale verschillen. In het westen en noorden is het neerslagtekort op veel plaatsen minder dan 200 mm, maar in het zuidoosten is het lokaal al meer dan 300 mm.
Het neerslagtekort wordt bepaald over het groeiseizoen en dit start op 1 april. Het is de berekende verdamping minus de gevallen neerslag verspreid over het land. Deze waarde geeft een goede indicatie hoe droog of nat het groeiseizoen is.
2020 kende een uitzonderlijk droge april en mei. Juni en de eerst helft van juli waren beduidend natter, maar in de tweede helft van juli liep het neerslagtekort weer op en 25 juli kwam het neerslagtekort voor het eerst dit jaar boven de 200 mm uit. Dat dit voor het derde jaar op rij gebeurde was een unicum. Inmiddels bedraagt het tekort zo’n 218 mm.
Neerslagtekort loopt komende dagen flink op, geen recordwaarden
De komende dagen is het droog, zonnig en wordt het heet. Er is zelfs een grote kans op een hittegolf. Pas in de loop van volgende week neemt de buienkans weer toe.
Op een zonnige zomerdag in augustus is de verdamping al gauw 5 mm per dag. Het neerslagtekort kan in een week tijd met 35 mm oplopen en zal begin volgende week op ruim 250 mm liggen.
Sinds 1970 waren alleen 1976 en 2018 droger dan dit jaar. In 1976 liep het neerslagtekort in het eerste deel van augustus op naar ruim 300 mm. Ook in 2018 was het tekort, met circa 290 mm begin augustus, hoger.
Lage grondwaterstanden in het zuiden en oosten
Verspreid over het land zijn er flinke verschillen in het neerslagtekort. Het droogste deel van Nederland is het zuiden van Gelderland, het noordoosten van Brabant en het noorden van Limburg. Hier bedraagt het neerslagtekort lokaal al 300 mm en dit zal komende zeven dagen oplopen tot ruim 330 mm.
In deze regio zijn de grondwaterstanden nog altijd zeer laag. Vooral voor bomen is dat een probleem, omdat deze dieper wortelen. Bovendien betekent een lagere grondwaterstand minder beschikbaarheid van water om bijvoorbeeld landbouwgrond te beregenen.
En dan moet je dus gaan beregenen (Foto: Pixabay)