Minister Kamp onderscheidt Dutchbat 3
Minister Henk Kamp van Defensie heeft maandag op de Johan Willem Frisokazerne in Assen onderscheidingen uitgereikt aan militairen van Dutchbat III, die betrokken waren bij de val van de Bosnische enclave Srebrenica.Er werd tevens een plaquette onthuld bij het Stoottroepenmonument op de kazerne. De onderscheiding, een draaginsigne, geldt als symbool van erkenning voor de ongeveer 850 militairen die gelegerd waren in Srebrenica. Tijdens de ceremonie waren vijfhonderd van hen aanwezig.
In zijn toespraak noemde Kamp het een schande dat de ware aanstichters van de massamoord nog altijd niet zijn gearresteerd om terecht te staan voor het Joegoeslavië-Tribunaal. Daarnaast noemde hij de onderscheiding een zichtbare erkenning voor de zware taak die de militairen naar eer en geweten hebben uitgevoerd en voor het feit dat Dutchbat jarenlang ten onrechte verantwoordelijk is gehouden voor de val van de enclave. Het insigne geeft de rehabilitatie gestalte, aldus de minister.
Ook luitenant-kolonel Karremans hield een toespraak. Hierin maakte hij melding van zijn twijfels over het al dan niet aannemen van de onderscheiding. "Uiteindelijk heb ik mijn gevoelens van waardering en bewondering voor de onmogelijke taak van de militairen laten prefereren." Het onderscheidingsteken was voor diverse actiegroepen aanleiding tot protesten. In Assen demonstreerden tientallen in Duitsland wonende Bosniërs buiten de hekken van de kazerne. Ook op het plein voor de Tweede Kamer in Den Haag protesteerden enkele mensen tegen de uitreiking.
Update 20.56 uur
Bosnië-Herzegovina vindt de uitgereikte onderscheidingen onbegrijpelijk. Het land heeft de Nederlandse ambassadeur in Sarajevo op het matje geroepen. Dat heeft het persbureau Novum gemeld.
Ambassadeur Karel Vosskuhler heeft het land uit moeten leggen waarom de militairen onderscheidingen hebben gekregen. "De ambassadeur heeft een toelichting gegeven, maar ze hebben (zoals u begrijpt) weinig begrip voor het besluit", aldus ministeriewoordvoerder Dirk Jan Vermeij. De ambassadeur heeft geprobeerd te benadrukken dat het niet om een 'medaille voor heldenmoed', maar om een erkenning voor de moeilijke situatie waarin de soldaten hebben gewerkt.
