Excuses VN voor 'buitensporig' geweld in Mali
Leden van een politie-eenheid van de Verenigde Naties in Mali hebben 'ongeoorloofd en buitensporig geweld' gebruikt door drie burgers dood te schieten en vier anderen te verwonden tijdens een protestdemonstratie in januari in Gao. Dat staat in een verklaring waarin VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon zijn 'diepste verontschuldigingen' aan de slachtoffers of hun nabestaanden aanbiedt.
De leden van de politie-eenheid zijn afkomstig uit Rwanda. Hun nationaliteit wordt in de verklaring van de VN niet genoemd. De vier betrokken politiemensen zullen gerepatrieerd worden en het is aan de Rwandese autoriteiten of zij gestraft worden. De families van de slachtoffers krijgen compensatie.
Ban liet naar het voorval in Gao een onafhankelijk onderzoek instellen. David Gressly, de bijzondere gezant van de VN in Mali, zei aanvankelijk dat de VN-agenten traangas en waarschuwingsschoten losten om een menigte van tweeduizend demonstranten te verspreiden. Ooggetuigen verklaarden echter dat de VN'ers gericht op de menigte hadden geschoten.
Volgens de onderzoekers treft ook een deel van de betogers blaam voor het geweld, omdat zij molotovcocktails en stenen naar de politiemensen hadden gegooid en hadden geprobeerd het kordon rond de VN-basis in Gao te doorbreken. Ook stonden de leden van de VN-missie er alleen voor, omdat de Malinese politie die de basis moest bewaken er tijdens het protest vandoor was gegaan.
De VN hadden eind februari ruim 9800 militairen en ander personeel in Mali, onder wie 450 Nederlandse militairen. Het noorden van Mali kwam na een militaire staatsgreep in 2012 in handen van islamitische extremisten. Een militaire interventie onder aanvoering van Frankrijk verspreidde de extremisten, maar de instabiliteit in het land neemt de laatste tijd weer toe.