Europarlement stemt voor privacywet

Het Europees Parlement heeft woensdag in Straatsburg ingestemd met strengere regels voor de bescherming van persoonlijke data. Burgers krijgen hierdoor meer controle over hun digitale gegevens.

Het EP besloot dat bedrijven (zoals een zoekmachine, een sociaal netwerk of een aanbieder van cloudopslag) eerst toestemming moeten krijgen van een nationale instantie voor databescherming in de EU voordat ze privégegevens over personen doorgeven aan een derde land. Ook moet de betrokken persoon hierover worden geïnformeerd. Bedrijven die zich hier niet aan houden riskeren een boete van maximaal honderd miljoen euro of vijf procent van hun jaaromzet.

Het bedrijfsleven krijgt het makkelijker doordat dezelfde privacyregels overal in de EU gaan gelden. "Privacy is geen vijand van economische groei, maar juist een prikkel voor innovatie", aldus D66-europarlementariër Sophie in 't Veld.

Burgers mogen eisen dat hun data worden gewist (het recht om te worden vergeten) en er komen maatregelen tegen 'profiling', pogingen om iemands situatie en gedrag te analyseren of te voorspellen aan de hand van data. Ook zijn er afspraken opgesteld voor het gebruik van data door politie, justitie en veiligheidsdiensten.

De plannen moeten nog wel de goedkeuring krijgen van de EU-lidstaten, waarbij vooral Duitsland dwarsligt. "We hebben twee jaar onderhandeld, verder uitstel is onverantwoordelijk", waarschuwt Europarlementariër Jan Philipp Albrecht de lidstaten. Ook In 't Veld maakt zich zorgen. "Ik ben bezorgd dat de lidstaten het beschermingsniveau verder willen afzwakken, in plaats van het te versterken."

De aanvaarding van het privacypakket door het EP was al een flinke dobber, met intens gelobby. Er werden maar liefst vierduizend amendementen ingediend. De nieuwe afspraken moeten de oude EU-privacyregels uit 1995 moderniseren voor het digitale tijdperk.