'School moet leerling beter onderzoeken op teken'
Basisscholen weten steeds beter hoe ze hun leerlingen kunnen beschermen tegen teken, maar screenen de kinderen nog onvoldoende op tekenbeten. De insecten hebben daardoor meer kans de ziekte van Lyme, een infectieziekte, over te brengen.
Dat blijkt uit onderzoek van de GGD Hart voor Brabant onder bijna honderd Brabantse basisscholen. Het onderzoek werd onlangs gepubliceerd in het Infectieziekten Bulletin van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).
Ongeveer de helft van de scholen screent zijn leerlingen niet binnen een dag nadat ze tijdens een schoolkamp de natuur in zijn getrokken. Dat aandeel is weliswaar hoger dan in 2006 toen een op de vijf scholen dagelijks screende, maar nog altijd niet hoog genoeg, vinden de onderzoekers. Het is belangrijk een teek binnen 24 uur te verwijderen. De kans dat een besmette teek dan de ziekte van Lyme, overbrengt, blijft dan namelijk 'beperkt'.
"Screenen blijft voor alle basisscholen extra belangrijk omdat het aantal teken in het land nog altijd toeneemt", zegt onderzoeker en sociaal verpleegkundige Sandra van Hoeven desgevraagd in een reactie. Scholen moeten daarom vanaf komend voorjaar weer alert zijn, zegt ze.
Scholen die niet screenen, gaven aan dat onder meer niet te doen omdat hun leerlingen zich 'bewust worden van hun eigen lichaam' en niet door hun leraar of begeleider willen worden onderzocht, zo blijkt verder uit het onderzoek.
Op scholen is de afgelopen jaren wel steeds meer aandacht gekomen voor teken, constateert de GGD. Terwijl in 2006 nog maar zes op de tien scholen aangaven kennis te hebben van tekenbeten en de risico's daarvan, zeiden vorig jaar alle scholen hier weet van te hebben. Ook besteedden meer scholen voorafgaand aan een schoolkamp aandacht aan het voorkomen van tekenbeten.
GGD Hart voor Brabant vindt daarom dat tekenpreventie moet worden opgenomen in het jaarlijkse schoolprogramma van basisscholen. De dienst werkt daartoe aan een lespakket.