Belgische moslims mochten Syriërs onthoofden
Belgische moslimextremisten maken zich schuldig aan oorlogsmisdaden. Dat concludeert de Belgische krant De Morgen aan de hand van transcripties van door de Belgische staatsveiligheid afgeluisterde telefoongesprekken. De krant heeft daar zaterdag over gepubliceerd.
"Drie dagen geleden mochten we allemaal één persoon de keel doorsnijden", citeert De Morgen Houssien Elouassaki, een 22 jarige Belg uit Vilvoorde die vorig jaar naar Syrië trok om mee te vechten tegen het leger van president Bashar Assad en zijn medestanders. Voor zijn vertrek was Eloaussaki gehandicaptenverzorger. In het telefoongesprek reageert Houssiens broer dat hij dat niet moet doen. Houssien reageert daarop met: "Ach, een kalashnikov of een mes, wat maakt het uit. Dat zijn sjiieten en alavieten. Die moeten dood."
Er zijn naar schatting 35 tot 40 Belgische moslimextremisten in Syrië. Ze verblijven in de buurt van Aleppo in een luxe villa. Bij de Belgische groep zouden ook Nederlanders zitten. Af en toe werken ze samen met de terroristische groepering Jabnat al-Nusra. Houssien claimt verder dat de groep zo'n dertig vrouwen heeft verkracht en vermoord.
Vrijdag dook een filmpje op dat op 2 juni op een website was gepost waarin te zien is dat een op de grond liggende man onthoofd wordt. Degenen die dat doen spreken onder meer Nederlands met een Vlaamse tongval. Justitie in België en Nederland doen onderzoek naar het voorval alsmede de echtheid en herkomst van de opnamen.