Twijfels over effectiviteit aanpak schooluitval
De overheid besteedt jaarlijks honderden miljoenen om schooluitval tegen te gaan, maar of dat effect heeft is onbekend. Dat blijkt woensdag uit onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB).
Vorig jaar werd naar schatting vierhonderd miljoen euro uitgegeven aan het aanpakken van schooluitval, maar naar de effectiviteit van de maatregelen wordt geen onderzoek gedaan, licht een woordvoerder van het CPB toe.
Onderzoeker Marc van der Steeg pleit voor meer onderzoek. "Scholen zouden gebaat zijn bij meer kennis over zaken die wel en niet werken", zegt hij daarover in Trouw.
Wat volgens de onderzoekers wel werkt tegen schooluitval in het mbo zijn intensieve coachingtrajecten. Coaches voeren daarvoor gesprekken met scholieren, bezoeken hen thuis en op stageplekken en helpen hem met studieplanningen en persoonlijke problemen.
In het experiment met intensieve coaching liep de schooluitval binnen een jaar terug van zeventien naar tien procent. De inzet van deze maatregel onder alle mbo-leerlingen op niveau 2 zou het aantal vroegtijdige schoolverlaters jaarlijks terugdringen met zo'n tweeduizend. Dat zou de maatschappij 27 miljoen euro opleveren, denken de onderzoekers.
Toenmalig minister van Onderwijs Marja van Bijsterveldt (CDA) liet in februari weten dat het doel voor het terugdringen van de schooluitval niet wordt gehaald als geen maatregelen zouden worden genomen. Het aantal schoolverlaters daalt weliswaar, maar nog lang niet snel genoeg om het doel te halen. In sommige regio's steeg de uitval zelfs.
Het ministerie wil de uitval terugdringen tot 25 duizend jongeren in 2016. Vorig schooljaar hadden volgens de plannen niet meer dan 35 duizend jongeren tussen de 11 en 22 jaar met hun middelbare school of hun mbo moeten stoppen, maar het werden er 38.600. Een jaar eerder waren er nog bijna veertigduizend uitvallers. In het schooljaar van 2005 op 2006 waren er 53 duizend uitvallers en tien jaar geleden waren het er nog 71 duizend.