OM aarzelt over vervolging Jorge Zorreguieta
Het Openbaar Ministerie twijfelt over de berechting van de vader van prinses Máxima. Tegen Jorge Zorreguieta is in Nederland aangifte gedaan van het laten verdwijnen van mensen in Argentinië tijdens het Videla-regime, maar justitie heeft nog vragen over onder meer het 'toepasselijk recht' en de haalbaarheid van een eventueel strafrechtelijk onderzoek.
Dat schrijft NRC Handelsblad vrijdag op basis van een brief van justitie aan de advocaten die de aangifte deden. De schoonvader van de Nederlandse kroonprins kan alleen worden vervolgd als er concreet bewijs is dat hij 'persoonlijk betrokken is geweest bij of op de hoogte is geweest van concrete verdwijningen'.
De officier van justitie vraagt de advocaten met dat bewijs te komen. Alejandra Slutzky, een van de drie ondertekenaars van de aangifte, noemt die opstelling eigenaardig. "Dat lijkt mij toch meer het werk dat zij zouden moeten verrichten", zegt zij tegen de krant.
De junta van Jorge Videla, die na een coup de macht greep, heerste van 1976 tot en met 1983 over Argentinië. Tijdens het Videla-regime werd gewelddadig opgetreden tegen linkse guerrilla's en hun aanhangers. Dat hardhandige optreden kostte aan zeker dertienduizend mensen het leven.
Zorreguieta werd in maart 1976 na de staatsgreep onderminister en in maart 1979 minister van landbouw in Argentinië. Deze functie bekleedde hij tot maart 1981, toen hij een andere baan kreeg.
Drie mensen deden in september in Nederland aangifte tegen Jorge Zorreguieta. Tien jaar geleden wees justitie een aangifte tegen de 83-jarige Zorreguieta nog af wegens gebrek aan rechtsmacht. De advocaten van de drie stelden in september dat vervolging nu wel mogelijk zou zijn, onder meer vanwege gewijzigde Nederlandse wetgeving.