20% 'lage inkomens' tegen homohuwelijk

Een op de vijf Nederlanders met een laag inkomen is tegen het homohuwelijk. Drie op de vijf hebben er geen moeite mee als homoparen een kind adopteren. Voor bijna de helft is elke moslim die naar Nederland komt er eentje te veel. Daar staat tegenover dat eveneens vijftig procent het generaal pardon voor illegalen omarmt. Dat zijn enkele conclusies die getrokken kunnen worden uit het Nationaal Kiezeronderzoek 2006 dat het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vandaag heeft gepubliceerd.

Het onderzoek werd gedaan rond de laatste Tweede Kamerverkiezingen in november 2006. Onder meer werden de standpunten over politieke kwesties naast elkaar gezet van kiezers met een laag inkomen en kiezers die meer verdienen. Van de Nederlanders met een inkomen boven de lage-inkomengrens is een op de zeven voorstander van een verbod op het homohuwelijk.

Over het gros van de voorgelegde kwesties zijn de kiezers eensgezind, stelt het CBS vast. Zo hebben drie op de vijf er geen probleem mee als Turkije lid wordt van de Europese Unie. Ook als het gaat om het uitzenden van militairen naar Afghanistan, ontwikkelingshulp of het afschaffen van de hypotheekrenteaftrek staan de neuzen dezelfde kant op.

Voor het onderzoek heeft het CBS de handen ineengeslagen met de Stichting Kiezersonderzoek Nederland. Vierduizend kiezers werden geselecteerd, van wie een kleine drieduizend deelnamen aan een gesprek aan de vooravond van de verkiezingen. Aan het vervolggesprek deed 64 procent mee.

De lage-inkomensgrens die het CBS hanteert, is afhankelijk van de gezinssamenstelling. In 2005 gold een inkomen van hooguit 870 euro netto per maand voor een alleenstaande als laag. Voor een duo zonder kinderen lag het normbedrag op twaalfhonderd euro. Zijn er kinderen, dan wordt de grens per kind met enkele honderden euro's verhoogd. Volgens het CBS waren er in 2005 660 duizend huishoudens, ofwel 1,4 miljoen Nederlanders, met een laag inkomen.