Een op zes basisscholieren te zwaar

Een op de zes basisschoolleerlingen is te zwaar. Dat meldt het Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie (NIGZ) vrijdag op basis van onderzoek onder bijna negentienduizend kinderen van 4 tot 12 jaar. Het instituut noemt het overgewicht zorgwekkend en vindt dat scholen meer aandacht moeten besteden aan gezondheid.

Uit de resultaten blijkt dat 'slechts' de helft van de kinderen van groep 1 tot en met 3 iedere dag fruit of groente eet. Van de oudere kinderen uit groep 4 tot en met 8 haalt nog geen kwart de fruitnorm van dagelijks twee stuks, en vier op de vijf kinderen in die leeftijd eten niet voldoende groente.

Tussendoortjes als koekjes of snoep daarentegen worden door twintig procent van de kinderen vijf of meer keer per dag gegeten, terwijl 45 procent dagelijks meerdere keren snoept. Vijf tot tien procent van de kinderen ontbijt niet elke dag.

Twee derde van de kinderen sport tenminste twee keer per week. Ongeveer vier op de tien kinderen spelen elke dag buiten. Het NIGZ vindt dat dat beter kan. In de eerste drie groepen kijken ongeveer een op de zes kinderen elke dag meer dan twee uur televisie. Vanaf groep 4 brengt bijna vijftien procent van de kinderen thuis meer dan twee uur per dag achter de computer door.

Volgens het NIGZ is het belangrijk dat basisscholen aandacht besteden aan gezondheid, omdat kinderen daar dingen leren en gedrag ontwikkelen dat op latere leeftijd moeilijk is te veranderen. Het instituut pleit voor educatieve programma's op scholen en dat er afspraken en regels over voeding en beweging worden gemaakt. Ouders zouden daar actief bij moeten worden betrokken.

Bijna negentienduizend kinderen vulden een test in als onderdeel van de nationale scholenactie Ga voor gezond!, waar 1278 basisscholen afgelopen schooljaar aan meededen.