2% A'damse moslims kan radicaliseren
Circa 2 procent van de Amsterdamse moslims is gevoelig voor radicalisering, zo blijkt uit een onderzoek van het Instituut voor Migratie en Etnische Studies (IMES) van de Universiteit van Amsterdam. Het percentage van 2 komt overeen met zo'n 1.445 moslims.Vooral jonge Marokkanen, tussen de 16 en 18 jaar met een middelbare opleiding, die een groot politiek wantrouwen hebben en in een sociaal isolement verkeren, zijn vatbaar voor radicaal gedachtegoed. Deze groep vormt nu echter geen risico voor de Nederlandse samenleving. Het wil namelijk niet zeggen dat zij daadwerkelijk radicaliseren. De onderzoekers constateren alleen dat ze er ontvankelijk voor zijn, omdat ze een zeer orthodoxe geloofsinvulling combineren met een sterke ontevredenheid over het islamdebat in Nederland.
Belang etnische organisaties
Moskeeën zijn een belangrijke speler in het maatschappelijke middenveld, zo zeggen de onderzoekers: ''Wij hebben ondervonden dat een moskee jongeren wegstuurt die dreigden te radicaliseren. Dat werkt isolatie in de hand en uiteindelijk radicalisering. Een moskee moet deze jongens niet wegsturen, maar juist steunen om radicalisering tegen te gaan. Gemeente en overheid moeten op hun beurt in gesprek blijven met de moskeeën.''
De onderzoekers stellen dat met name de etnische organisaties van groot belang zijn voor het tegengaan van radicalisering. Deze vielen de laatste jaren juist uiteen door het korten van subsidie en door het harde integratiebeleid. De herwaardering van maatschappelijke etnische organisaties is een ''historische noodzakelijkheid in reactie op het harde debat van de afgelopen jaren''. Als daar niets aangedaan wordt, raken meer moslims ontvankelijk voor radicalisering, zo zeggen de onderzoekers.
Het rapport werd vandaag aangeboden aan burgemeester Job Cohen. In een eerste reactie zei hij de '2%' ''een aanzienlijk aantal'' te vinden. Volgens Cohen heeft Amsterdam in haar beleid al diverse maatregelen genomen om radicalisering tegen te gaan. Hij voelt zich in dat beleid gesteund door het vandaag verschenen rapport.
