Donner en Remkes sturen brief naar Kamer
Mohammed B. bekend bij de AIVD
De Kamer wil onder meer van de ministers weten waarom Mohammed B., de verdachte van de moord op Van Gogh, wel bij de AIVD bekend was, maar niet op de lijst stond van 150 extremisten die in de gaten werden gehouden door de AIVD. Remkes en Donner schrijven hierover in de brief: "in de onderzoeken naar Hofstadnetwerk is (....) de naam van de verdachte Mohammed B. meermalen naar voren gekomen. Hij was bekend bij AIVD, politie en Openbaar Ministerie".
"De beschikbare informatie over hem rechtvaardigde de conclusie dat hij ondersteunend optrad ten behoeve van de kernleden van het Hofstadnetwerk, maar dat hij in deze kring geen sleutelrol vervulde. Er waren geen indicaties dat de verdachte - individueel of in samenwerking met anderen - voorbereidingen trof voor een aanslag."
In de brief is verder te lezen dat Mohammed B. al eerder is veroordeeld "voor wederspannigheid, belediging en eenvoudige mishandeling". "Tegen betrokkene staan buiten de zaak waarvoor hij thans preventief gedetineerd is, nog twee zaken open. Deze zaken betreffen wederspannigheid en bedreiging (gooien met een prullenbak)."
Geen concrete bedreigingen Van Gogh
Volgens de ministers waren de bedreigingen aan het adres van Theo van Gogh zo algemeen dat er geen aanleiding was om concrete maatregelen te nemen. Remkes en Donner schrijven dat niet in redelijkheid kan worden gezegd dat op het punt van de beveiliging van Van Gogh anders had moeten worden beslist.
Volgens de ministers is er wel een paar keer sprake geweest van een voorstelbaar risico en dat is aanleiding geweest voor gepaste maatregelen, zoals bijvoorbeeld een verhoogde beveiliging rond de uitzending van Zomergasten met Hirsi Ali, waarin Van Goghs film Submission werd vertoond.
Communicatie AIVD en gemeente Amsterdam
Volgens Donner en Remkes is "meerdere malen informatie uitgewisseld tussen de AIVD en de gemeente Amsterdam over radicaliseringtendensen en de rol van de moskeeën daarbij in het algemeen en in Amsterdam in het bijzonder". Burgemeester Job Cohen van Amsterdam had geklaagd dat hij niet op de hoogte was gebracht van de dreiging die bestond tegen opiniemakers in zijn stad.
Tegengaan van gewelddadige moslimextremisme
In de brief staat dat het kabinet verschillende manieren ziet om het gewelddadige moslimextremisme in Nederland tegen te gaan. Zo moet voorkomen worden dat een radicale ideologie verspreid wordt in moskeeën en door imams.
Daarom moeten moskeeën verboden kunnen worden en moeten kwalijke imams of andere buitenlandse personen met dergelijke bedoelingen, kunnen worden geweerd of uitgezet. Niet alleen strafrechtelijke maatregelen zijn nodig, maar de ministers willen ook bevorderen dat jonge moslims een betere binding krijgen met de Nederlandse samenleving. Daarvoor komt er een activeringsprogramma.
Verder zal de AIVD worden uitgebreid. Ook kan in de toekomst iemand met een dubbele nationaliteit de Nederlandse nationaliteit worden ontnomen. Voor de bescherming van personen en gebouwen die een mogelijk doelwit van aanslagen zijn, zal extra geld worden uitgetrokken.