Voedsel uit 1900 opgegraven en opgegeten
In 1900 begon een Noordpoolexpeditie, onder leiding van wetenschapper Edward Toll, aan een speciaal experiment met voedsel. Wetenschappers groeven een kuil van 1,5 meter diep in de arctische grond, waar een constante temperatuur van –18 graden Celsius heerst, en legden daar voedselproducten en lucifers in. Vervolgens gooiden ze de kuil dicht.
In 1974 werd een deel van deze producten, door een expeditie onder leiding van wetenschapper Dmitri Shparo, weer opgegraven. Het bleek dat de lucifers, havermout, koolsoep met vlees, thee en suiker prima bewaard waren gebleven. Een deel van het voedsel werd opgegeten. Het bleek nog in orde te zijn en prima te smaken. Zelfs de vleessoep was lekker. Vervolgens begroef deze expeditie een hoop 'modern' voedsel, om te kijken hoe dit bewaard zou blijven.
Sindsdien hebben slechts witte beren rondgelopen op de grond, waaronder de voedselvoorraden begraven liggen. Een nieuwe expeditie gaat nu terug naar deze plek om wederom een deel van het voedsel van 1900 en 1974 op te graven en op te eten. Vervolgens zullen deze wetenschappers 24 verschillende soorten geconserveerd voedsel en drie flessen wodka begraven. Deze producten worden dan weer in 2050 opgegraven.
De wetenschappers zien de eeuwig bevroren gronden op de noordpool als een perfecte, natuurlijke diepvries, waarin gigantische hoeveelheden voedsel langdurig kunnen worden bewaard.