Van der G.: 'Ik moest Fortuyn wel doden'
Tegen de rechters zei Van der G. onder meer: ''Juist omdat ik Fortuyn als een gevaar zag, voelde ik een verantwoordelijkheid. Ik zag geen andere mogelijkheid dan om hem dood te schieten". Uit politieonderzoek is gebleken dat Van der G. op 22 maart vorig jaar aantoonbaar (via bijvoorbeeld zijn computer) belangstelling kreeg voor de gangen van Fortuyn. "Toen Fortuyn uit Leefbaar Nederland werd gezet, dacht ik dat het daarmee misschien afgelopen zou zijn. Maar ik had het mooi mis'', zo zei de 33-jarige verdachte.
Van der G. zei verder voor 22 maart ook al ''belangstelling'' te hebben gehad voor de denkbeelden van Fortuyn. ''Ik kende hem al veel langer, uit onder andere zijn columns in Elsevier. Zijn denkbeelden vond ik destijds al heel bedenkelijk. Ik zag het gevaar steeds groter worden".
Van der G. zei te hebben gevreesd dat Fortuyn een machtige politicus zou worden. "Hij verscherpte de tegenstellingen in de samenleving''. Van der G. hoopte nog dat de lijsttrekkers van andere politieke partijen in de debatten meer inhoudelijke kritiek zouden leveren op Fortuyn: "Maar dat gebeurde niet. Het gleed allemaal langs hem heen. Ik moet Fortuyn nageven dat hij talentvol met kritiek kon omgaan. Hij wist het zo te kanaliseren dat het hem niet raakte.''
Uiteindelijk kwam Van der G. tot de conclusie dat het doden van Fortuyn de enige oplossing was om het gevaar te bezweren.