Toen Facebook nog Facebook was

Weet je nog dat je je Facebook opende en dat het leuk was? Dat je selecte groepje vrienden die je had toegevoegd stuk voor stuk en zonder uitzondering interessante verhalen en hilarische foto's op de zojuist ontloken roos der sociale media plaatsten?

Griekenland heeft de twijfelachtige eer om de geboorte plaats van mijn blauwe identiteit te mogen heten. Een lokale schone vroeg de vraag die later de wereldwijde plaatsvervanger zou worden van het aloude 'Goodbye' of 'vaarwel': “Are you on Facebook?” en alles wat een mooie vrouw mij vraagt, doe ik willoos en zonder weerwoord, en aldus geschiede. Na een aantal weken huppelen om de berg Olympus, tevergeefs opzoek naar de Goden van weleer, trok ik door naar Turkije en nog een stuk of wat andere landen, zodat in de volgende maanden mijn profiel zich vulde met gezichten van over de hele wereld en wanneer ik inlogde werd ik overspoeld met herinneringen aan waar ik was geweest, de vrienden die ik had overgehouden en de plaatsen waar ik terecht kon, mocht ik er ooit terecht komen. Facebook was, in het kort, zwaar de shit en voormalig sukkeltje Mark Zuckerberg een enorme eindbaas.

Drie jaar later is er van deze ooit zo eindeloos lijkende coolheid niks meer over en de privacy spons waar zelfs een zwaar over-hypete film over werd gemaakt is verworden tot het Hyves van het wereldwijde web. Mark Zuckerberg is weer het sociaal gemankeerd klunsje dat hij was. Eentje met en paar miljard op z'n naam, weliswaar, maar dat maakt de hekel misschien wel grondiger.

Als ik tegenwoordig mijn Facebook pagina open, zie ik drie oproepen om een Ipad te winnen, elf uitnodigingen om mee te doen aan een Tetris orgie dan wel een groep smurfen oorlog te laten voeren in Castleville en, misschien nog wel het ergste, ten minste vijf babyfoto's. De daarop volgende variaties op “Oh wat een scheetje, OXOXO!!” zijn minstens net zo tenenkrommend. Er is dan nog wat ruimte over en die wordt opgevuld door toetsenbord activisten die vragen, nee, commanderen dat ik plaatjes ga delen omdat ik ook iemand ken met haaruitval. Als ik dat namelijk niet doe, vind ik het niet erg. Een dikke middelvinger, met je 'vind ik leuk'!

Wat is Facebook nog behalve een met duimpjes gevulde winkelstraat? En midden in het stadsplein van jouw herinnering staat je zwaarlijvige en altijd diëtende buurvrouw met 'inspirerende' clichés om zich heen te slaan, een tante deelt foto's met puppies uit omdat ze zo lief zijn en je leraar Engels vraagt met welk woord je hem zou beschrijven. Weet je wat, hier zijn vier woorden: So. De. Mieter. Op. Dat is wel even míjn sociale netwerk dat wordt afgepakt door de burgerij. Een beetje hipster wil toch niet geassocieerd worden met deze breedband verslindende stroom pseudo vreugde? En inderdaad, zij, de toffe gasten, mijn vrienden, mijn reden voor een profiel, hebben dit social zinkend schip al lang verlaten.

Nu ik zelfs, tegen beter weten in, mijn vader heb toegevoegd en mijn potentiële toekomstige werkgever misschien wel meekijkt, moet ik zelfs opletten met wat ik zeg of welke plaatjes ik plaats; want wie anders dan je ouders, zich volledig onbewust van de ogen die mee kijken, voelen zich de aangewezen persoon om op elke zin die je plaatst een ietwat ongemakkelijk commentaar te geven?

Je update:
“In bed met enorme hoofdpijn, aspirines helpen niks.”
“Henk, moet je maar niet naar de kroeg op woensdag avond. Je kunt je geld beter besteden aan je de rekening van je chlamydia medicijnen ” – Je moeder.
“Ik dacht dat je naar een begrafenis was. Je bent ontslagen. – Je baas.

En wat is er na Facebook? Geen idee, oneindigheid, maar het is wel tijd om te beseffen dat de term social media niet klopt. Media is niet sociaal. Wijzelf zijn dat wel.