We zitten diep in de shit

Column door SnorkelOrtega

Hij werd geboren in de darmen van zijn meester. Zijn meester had hem gezegend met eieren en bruine bonen. Hij was gezond en wel toen hij voor het eerst een beetje samengeperst werd tot een klein drolletje. Naarmate de tijd vorderde werd hij alsmaar groter en groter. Het werd steeds benauwder en langzaam werd hij naar beneden geduwd.

Toen hij in de dikke darm aankwam had hij even rust. Opeens hoorde hij wat. Het waren andere drollen die zachtjes zaten te fluisteren. Stiekem luisterde hij mee.

“Heb je het gehoord van Harry?”
“Nee.”
“Hij is gisteren de buitenwereld ingegaan.”
“Ah, mooi voor hem. Hij wilde altijd al nieuwe werelden ontdekken.”
“Nee, niet mooi! Hij schreeuwde, en niet van blijdschap.”
“Wat schreeuwde hij dan?”
“We zitten diep in de shit, Herbert.”
“Wat is er gebeurd dan. Wat riep hij?”
“Hij riep om hulp.”
“Waarom?”
“Hij werd meegesleurd in... het riool.”
“Het riool?”
“Ja, het riool! Het donkere gat waar nog nooit iemand van is teruggekeerd.”
“Shit, dan zitten we echt tot onze knieën in de stront! Jij zit nu het dichtst bij de kringspier en ik zit vlak achter je. Zo gauw de 'poort naar de vrijheid' opengaat dan ben jij ook gedoemd om in hét riool te vallen.”
“Daar was ik ook allang achter gekomen, stuk stront!”
“Wat moeten we nu doen dan?”
“Niets. We kunnen niets doen. We zijn overgeleverd aan de wil van onze meester.”

Henk, zo was de naam van de drol, had alles gehoord. “Wat is het riool?” vroeg hij zich af. Het was in ieder geval niet veel goeds, want niemand is er ooit van teruggekeerd. Hij had zich lang verheugd op zijn vrijheid, maar nu begon hij te twijfelen. Hij zou binnenkort aan de beurt zijn, na Herman en Herbert. Hij bleef nog lang piekeren over het riool. Tot diep in de nacht probeerde hij zich er iets van voor te stellen, maar hij kwam er niet uit. Uiteindelijk viel hij in een diepe slaap.

“Waar ben ik? Wat gebeurt er?!” Henk was plots klaarwakker. Er kwam een vlaag van frisse lucht langs hem heen gestroomd en hij begon langzaam naar beneden te glijden. Toen hij naar onder keek zag hij Herman en Herbert de endeldarm verlaten. “Help ons Henk!” riepen ze in koor. Maar Henk kon niets doen, want hij gleed zelf ook naar beneden. Hij ving nog een laatste glimp op van Herman en Herbert, maar toen sloot de kringspier zich. Hij besefte dat dit de laatste keer was dat hij Herman en Herbert gezien had. Ze waren beiden naar buiten gegleden. Zijn meester had veel druk gezet en Henk was zelf ook bijna naar buiten gevlogen. Gelukkig kon de kringspier zich net op tijd sluiten. Maar nu was hij wel de eerstvolgende die de endeldarm zou verlaten.

Na een tijdje had Henk zich erbij neergelegd dat hij ook gedoemd was tot het riool, wat dat ook zou mogen zijn. Hij besloot dat hij de laatste uren van zijn leven positief wilde doorbrengen. Hij droomde van een lekkere plek in de zon waar hij langzaam kon wegrotten. Hij werd snel gewekt uit zijn droom, want zijn meester had besloten om weer te ontlasten.
Hij zag de 'poort naar de vrijheid' opengaan en hij liet zich naar beneden glijden. Toen hij begon te vallen sloot de poort zich achter hem. Hij werd omringd door witte wanden en onder hem zag hij een plas water. “Waar is het riool?” vroeg hij zich af.

Plons! Het bekende geluid van een verse, dampende en warme drol die in het water valt. Daar dreef hij mooi, halfzacht dat hij was. Niet lang geleden bestond Henk nog helemaal niet en nu bevond hij zich in de buitenwereld. Hij heeft een lange weg afgelegd om hier te geraken, maar nu was hij vrij. Ware het niet dat het riool hem stond op te wachten.
Genietend van de frisse lucht lag hij lekker in het water. Net toen hij begon te denken dat het hele rioolverhaal een fabeltje was werd hij bedolven onder stukken papier. Hij zag niets meer en raakte in paniek. Zijn laatste uur had geslagen; het riool stond hem op te wachten. Henk dacht nog heel even aan zijn mooie droom over de zon waarin hij lekker langzaam in kon wegrotten. Dat zou het ideale leven van een drol zijn geweest, maar het was voor hem niet weggelegd.

Plotseling hoorde hij dat er iets werd ingedrukt, en vlak daarna kwam er een stortvloed van water op hem af. Hij kreeg een fikse klap van het water en hij brak in meerdere stukken. Daarna werd hij een donkere diepe gang gezogen: het riool. Hij zou nooit meer terugkeren.