De vergadering
“Waarde medebestuursleden,” probeerde de corpulente voorzitter voorzichtig de vergadering tot bedaren te brengen terwijl hij het zweet van zijn voorhoofd wiste, “laten wij tot een eindbesluit komen. We kunnen een dergelijke grote meerderheid van stemmen eenvoudigweg niet negeren”, merkte het kalende bestuurslid zonder portefeuille op. “Het zou ingaan tegen alle democratische uitgangspunten van onze vereniging”, viel ook de penningmeester bij. “Maar”, zo probeerde de punctuele secretaris voorzichtig terwijl hij scherp door zijn bril keek, “Moeten wij de statuten niet wijzigen alvorens tot een dergelijke actie over te gaan? Er staat niets over in de uitgangspunten van onze vereniging”. “Och”, zei de voorzitter, “Dat was toch ook geen bezwaar bij het etentje ter afsluiting van het vorige bestuursjaar?” Stil in een hoekje zat de notuliste. Ze leek te geschokt om iets uit te brengen.
De penningmeester leek haast te krijgen. “Alles leuk en aardig, maar ondertussen zitten wij hier allemaal alleen nog maar te praten. Laten we tot actie overgaan.” “Geen woorden maar daden”, voegde de secretaris toe. “Laten wij eens tot actie overgaan!” riep het bestuurslid dat nog steeds geen portefuille had op. Ook de vice-voorzitter mengde zich nu in de discussie. “Inderdaad, wij kunnen wel stellen dat het bestuur welhaast bij acclamatie achter voorgenoemd besluit staat, ware het niet dat niet iedereen invulling aan teambuilding wenst te geven.” Een boze blik viel de notuliste ten deel.
De voorzitter kreeg door dat het bestuur, moe en suf geworden van de intensieve vergadering, er genoeg van kreeg. “Welnu, laten wij dan tot de stemming overgaan.” kapte hij de discussie af. “Allen die voor ingediend voorstel zijn, zoals voor u op tafel ligt als bijlage van punt 7 van de agenda, mogen nu hun hand op steken.” Vijf handen schoten de lucht in. “Allen die tegen het zojuist beschreven voorstel zijn.” Enkel de beverige hand van de notuliste, tevens het enige vrouwelijke lid van het bestuur, schoot de lucht in. Haar pen zat nog in haar hand. “En nu allen die zich van stemming wensen te onthouden.” Alle handen bleven op de tafel liggen. Dat lag in de lijn der verwachtingen – iedereen had al gestemd – maar het bestuur stelde nu eenmaal prijs op een punctuele gang van zaken.
“Dan stel ik vast dat het voorstel met vijf stemmen voor en één stem tegen is aangenomen”, besloot de voorzitter. De rondvraag leverde, evenals W.V.V.T.T.K. niets op. Enkel de voorzitter had nog iets, hij wees het bestuur er nog een keer op dat agendapunten minimaal drie dagen voor aanvang van de vergadering ingediend dienden te worden. De voorzitter sloot de vergadering waarna de groep mannen zich als beesten op de notuliste stortten voor het ten uitvoer brengen van de in de vergadering in stemming aangenomen groepsverkrachting.