15 jaar eis doodsteken Marokkaanse Amsterdammer
Volgens de officier van justitie is er sprake van moord met voorbedachte rade. G. zei op zijn beurt dat hij door Ait Haddouch en een aantal anderen in elkaar was geslagen. Hij was toen naar huis gegaan en had ''uit angst'' een keukenmes meegenomen, als ''afschrikmethode''. Vervolgens was hij het slachtoffer toevallig weer tegenkomen. G. zei pas te hebben gestoken nadat Ait Haddouch hem in zijn vinger had gesneden.
Justitie houdt het er op dat de verdachte expres met vrienden op straat ging rondhangen om het slachtoffer weer tegen te komen. Toen ze Ait Haddouch later die avond zagen, ontstond opnieuw een vechtpartij. Daarbij trok zowel G. als Ait Haddouch een mes. De laatste werd drie keer gestoken.
Na het overlijden van het slachtoffer braken er relletjes uit in de buurt. Circa tweehonderd - veelal Marokkaanse - jongens gingen op zoek naar de negroïde daders. Zij drongen de woning van de hoofdverdachte binnen en vernielden die. Ook gooiden ze de ramen van de woning van een medeverdachte in. Omdat de daders allen negroïde mannen waren, belaagden de jongeren ook een Surinaams café. De hoofdverdachte is overigens van Antilliaanse komaf.
Vier mededaders van Franklin G., in de leeftijd van 20 tot 25 jaar, hoorden een celstraf eisen van een jaar, waarvan zes maanden voorwaardelijk. Zij zouden het slachtoffer in groepsverband hebben belaagd en mishandeld. Alle vier zijn tijdens hun voorarrest op vrije voeten gesteld. Ze kwamen vandaag niet opdagen omdat ze bang zijn voor wraakacties uit de kring van het Marokkaanse slachtoffer.
Donderdag gaat de zaak verder. De raadsvrouw van G. houdt dan haar pleidooi. De uitspraak wordt over circa twee weken verwacht.