OM in cassatie tegen vrijspraak Samir A.
A. was in april van dit jaar ook al vrijgesproken door de rechtbank in Rotterdam, het OM ging hiertegen echter in hoger beroep. Voor het hof eiste het OM zes jaar en negen maanden cel tegen de terreurverdachte. Het hof zei wel te geloven dat A. aanslagen wilde plegen, maar zijn voorbereidingen zouden zo "pril, onbeholpen en primitief" zijn, dat er geen reële dreiging vanuit ging. A. was in het bezit van enkele aantal plattegronden en foto's van mogelijke doelen, als luchthaven Schiphol, de kerncentrale in Borssele en het gebouw van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD). Ook vond de politie materiaal dat waarschijnlijk was bedoeld voor de vervaardiging van een bom.
Het OM is van mening dat de uitspraak van het hof "aanknopingspunten" bevat om naar de Hoge Raad te gaan. De openbaar aanklager meent dat A. de intentie heeft gehad om aanslagen te plegen. "Het OM blijft van mening dat de combinatie van enerzijds deze intenties en anderzijds de bij A. aangetroffen voorwerpen, in onderlinge samenhang bezien, tot het oordeel had moeten leiden dat er wél sprake was van strafbare voorbereidingshandelingen", aldus het OM vandaag in een toelichting. Overigens zit A. op het moment nog vast, er loopt inmiddels een tweede zaak tegen hem voor het beramen van aanslagen op politici en het AIVD-kantoor.