10 kleine negertjes deel 11
10 kleine negertjes deel 1
10 kleine negertjes deel 2
10 kleine negertjes deel 3
10 kleine negertjes deel 4
10 kleine negertjes deel 5
10 kleine negertjes deel 6
10 kleine negertjes deel 7
10 kleine negertjes deel 8
10 kleine negertjes deel 9
10 kleine negertjes deel 10
Van een diskette: neger001.doc
Tien kleine negertjes gingen uit eten langs verre wegen,
Één overat zichzelf, toen waren er nog maar negen.
Negen kleine negertjes praatten tot diep in de nacht,
Één kon niet meer wakker worden, toen waren er nog maar acht.
Acht kleine negertjes kwamen op een eiland aangedreven,
Één zei dat hij niet verder wilde, toen waren er nog maar zeven.
Zeven kleine negertjes kapten hout met een kapmes,
Één sloeg zichzelf in tweeën, toen waren er nog maar zes.
Zes kleine negertjes hielden een honingbedrijf,
Één werd gestoken door een bij, toen waren er nog maar vijf.
Vijf kleine negertjes kregen met het recht gemier,
Één kwam terdege in de knoei, toen waren er nog maar vier.
Vier kleine negertjes gingen naar zee en zie,
Een rode haring verzwolg er één, toen waren er nog drie.
Drie kleine negertjes gingen naar Artis mee,
Een grote beer drukte er één fijn, toen waren er nog maar twee.
Twee kleine negertjes gingen naar 't zonnebad heen,
Één verbrandde er helemaal, toen was er nog maar één.
Één klein negertje bleef helemaal alleen,
Hij hing zich tenslotte maar op, dus bleef er toen niet één.
Nietzman. Negertjes. Nietzman. Negertjes. Nietzman. Negertjes.
Ik werd gek hier. Ik was als enige over en het versje was nog niet afgelopen. Ik ging eraan, ik ging dood. Ik moest dood, want het moest. Het moest, ik was de laatste en ik moest dood. Ik ging dood, ik werd vermoord. Hij zou me wel vinden, hij zou me afmaken.
Bij het kleinste geluidje dook ik onder mijn bed. Oma keek me heel vaak heel raar aan als ik er met een rood hoofd onder vandaan kwam, maar ik kon het haar niet vertellen. Ze was zo lief voor me, maar het zou er toch niet meer toe doen. Ik ging eraan, ik kon er niks meer aan doen!
Om afleiding te zoeken ben ik naar een warenhuis gegaan. Ik liep gewoon doelloos rond op de afdeling met lampen, daarna die van de banken. Opeens zag ik iemand achter een paal staan. Iemand met zwarte kleren aan, en een pet diep over zijn ogen getrokken. Hij hield me in de gaten. Vlug liep ik een stukje verder, maar de persoon volgde me. Ik begon te rennen, rende naar de andere kant van de verdieping waarop ik was. Hij volgde me, rende achter me aan.
In paniek rende ik het trappenhuis in, en omdat er een gezinnetje met kinderwagen de weg naar beneden blokkeerde, rende ik naar boven, niet beseffend dat ik klem zou komen te zitten. Ik rende, keek niet achterom, een waas kwam voor mijn ogen. Achter me hoorde ik de voetstappen van.. van.. de moordenaar. Het moest hem wel zijn. Ik rende verder, hoorde hem achter mij. Hij kwam steeds dichterbij. Uiteindelijk stond ik voor een deur. Gelukkig was hij open, en ik vluchtte het dak op. Aan het einde van het dak keek ik achterom. Ik kon niet zien wie het was. De pet bedekte alles, en een capuchon zorgde ervoor dat ook van de zijkant niets te zien is. Ik keek vooruit, naar beneden. Ver onder mijn voeten raasde de auto's voorbij. Zo'n sprong zou ik nooit overleven, maar alles beter dan dat hij me te pakken zou krijgen. Ik schuifelde nog een stukje verder naar het randje. Rechts, links. Ik haalde diep adem, zette me schrap...
Toen sloeg hij twee sterke armen om me heen. Hij tilde me van het randje af. 'Nee, Twink! Niet doen! Dit was niet de bedoeling!'
Ik schudde zijn armen van me af en keek omhoog. Ik schrok me kapot. Wat ik zag, of liever wie ik zag, had ik nog niet eens over durven dromen. Hij was het toch! 'Twinky...' fluisterde zijn overbekende stem.........
Tien webloggers. Tien negertjes. Is dit een grap van een thuisgebleven weblogger of is er een andere grappenmaker in het spel?
In de volgende WWKW zal het snel duidelijk worden.
Weet jij wie de dader is? Of heb je andere ideeën over dit mysterie? Reageer!