Moslimsteun voor aanslagen historisch laag
Het aantal Libanese moslims dat zelfmoordaanslagen op willekeurige burgers goedkeurt in naam van de islam, is historisch laag. Het is gezakt van 74 procent in 2002, naar 32 procent in 2008. Hoewel de daling significant is, zijn de Libanese moslims op dit standpunt het radicaalst van alle gepeilde landen. Ze scoren wel weer het laagst in hun steun voor Osama Bin Laden: maar 2 procent van de gelovigen vindt hem nog een sympathieke vent. Dat was in 2003 nog 20 procent.
Zeven landen kwamen in het onderzoek aan bod: Libanon, Nigeria, Jordanië, Indonesië, Egypte, Pakistan en Turkije. Steun voor Bin Laden zakte eveneens in Turkije, van 15 naar 3 procent tussen 2003 en nu. Jordanië volgt, met een daling van 61 naar 19 procent in slechts drie jaar. Pakistaanse en Indonesische moslims zijn nog steeds zeer positief over Bin Laden: beide landen zaten rond de 35 procent. Hekkensluiter is Nigeria, waar 58 procent achter Bin Laden staat.
In het politiek instabiele Libanon is 78 procent van de burgers 'vrij' tot 'heel erg' bezorgd over de opkomst van fundamentalisme in hun land. De bevolking van de andere zes landen had daar minder moeite mee. 58 procent van de Libanese moslims is bang voor de opkomende scheiding tussen 'modernistische' en 'fundamentalistische' moslims. De sjiieten zaten op 30 procent, de soennieten op 80.
Vragen over algemene geloofsovertuigingen lieten blijken dat Libanese moslims hun religie een belangrijker deel van hun leven toedichten dan de christenen in het land. 98 procent van de soennieten, 82 procent van de sjiieten, en 'maar' 67 procent van de christenen ziet hun godsdienst als een centraal deel van hun leven.