Vuelta etappe 12: Escaldes-Engordany - Lleida, 173 km

Er werd veel verwacht van de elfde rit, een van de zwaarste ritten in de recente historie van de Vuelta. Met zoveel verwachtingen kan het eigenlijk alleen maar tegenvallen, maar al met al werd het best een vermakelijke rit. De rit begon ijzersterk, met demarrages vanuit het vertrek. Froome ging na een paar kilometer fietsen al op z'n plaat en moest daarna aan een inhaalrace beginnen. Doordat deze inhaalrace in beeld werd gebracht zagen we meteen hoe erg het peloton al uit elkaar werd geslagen op de eerste klim van de dag. Na die eerste klim kwam eigenlijk alles zo'n beetje weer samen. Er reed een kopgroepje weg, met een man van Astana en mannetjes van Movistar. Die ploegen hadden daardoor niet echt zin om op kop van het peloton te rijden en de kopgroep kreeg daardoor een grote voorsprong. Sky zette zich op kop, maar reed niet zo snel. Op de Collada de la Gallina bleek waarom, Froome werd grandioos gelost. Wellicht dankzij de valpartij, misschien omdat hij überhaupt niet echt in vorm was. Pas op die klim, de vierde van de dag, werd er in het peloton een beetje tempo gemaakt. Te weinig tempo om de kopgroep nog terug te halen. In de kopgroep bleek Mikel Landa met afstand de sterkste. Voor het eerst sinds Igor Antón in 2011 nog eens een Baskische overwinning, werd tijd. Achter Landa was het Aru die van de favorieten de beste indruk maakte. Hij pakte meer dan een halve minuut op de verrassend sterke Moreno en de wat tegenvallende Rodriguez. Voor Dumoulin bleek het dan toch te zwaar te zijn, maar dat is geen schande. Alleen jammer dat hij in een afdaling de aansluiting verloor en daar veel energie moest verspelen, beginnersfoutje. De mannen van Movistar vielen erg tegen, Valverde en Quintana gaan deze Vuelta niet winnen. Het gaat eigenlijk nog maar om drie mannen. Aru, Rodriguez en Dumoulin. Aru is op dit moment met afstand de grootste kanshebber. Daags na de koninginnenrit krijgen we een rit die zomaar voor de sprinters zou kunnen zijn. Voor de klassementsmannen een dagje om een beetje bij te komen.

De route naar Lleida (Afbeelding: letour.fr)
De route naar Lleida (Afbeelding: letour.fr)


Het snelle profiel van de etappe (Afbeelding: letour.fr)
Het snelle profiel van de etappe (Afbeelding: letour.fr)

De twaalfde etappe gaat van start in Escaldes-Engordany, net buiten Andorra la Vella. We zitten dus nog steeds in Andorra, een land waar veel renners ongetwijfeld een hekel aan hebben na de elfde etappe. Een geluk voor de renners is dat ze tijdens deze rit niet hoeven te klimmen in Andorra. Net als Andorra la Vella is ook Escaldes-Engordany tijdens de vorige rit een aantal keer gepasseerd. Het is eigenlijk gewoon een voorstadje, of buitenwijk, van de hoofdstad. In totaal wonen er in Escaldes-Engordany 16.000 mensen. In dit stadje bevinden zich meerdere thermen, de bekendste daarvan zijn de thermen van Caldea. Deze zitten in een enorm futuristisch gebouw, dat qua stijl niet echt bij de rest van de stad of überhaupt Andorra past. Op de thermen na is er hier niet veel te beleven. Je kan hier vooral goed winkelen, net als in Andorra la Vella. Verder moet je snel weer door richting Frankrijk of Spanje.

Escaldes-Engordany, de laatste stad van Andorra (Foto: WikiCommons)
Escaldes-Engordany, de laatste stad van Andorra (Foto: WikiCommons)

De renners fietsen door de vallei naar het zuiden, terug naar Spanje. Na een paar kilometer fietsen wordt Spanje al bereikt. De eerste kilometers van de wedstrijd zijn in dalende lijn, dat is na de vorige etappe best lekker. We fietsen tijdens deze rit door het binnenland van Catalonië. Het eerste deel van de rit gaat het grotendeels rechtdoor richting het zuiden. De renners passeren enkele dorpjes, waar verder niet veel te beleven is. La Seu d'Urgell, Adrall, Organyà, erg indrukwekkend zijn de dorpjes niet. De omgeving is dan een stuk interessanter, de omgeving hier is behoorlijk bergachtig. Van de dorpjes die gepasseerd worden is Coll de Nargó nog wel de interessantste, vooral door de ligging. Gebouwd op een heuveltje, uitkijkend over een meertje, weinig mis mee. Dat dorp bereiken de renners na 36 kilometer koers en hier houdt het dalende deel van de rit voorlopig op. Meer dan 30 kilometer was het lekker voor de renners, maar nu moet er dan toch weer echt geklommen gaan worden.

Het laatste stuk voor de klim gaat door Coll de Nargó (Foto: WikiCommons)
Het laatste stuk voor de klim gaat door Coll de Nargó (Foto: WikiCommons)

Na 38,5 kilometer begint de Coll de Bóixols, een beklimming van de tweede categorie. De klim is behoorlijk lang, meer dan 16 kilometer in totaal. In vergelijking met de bergen in de vorige rit stelt het niet veel voor, gemiddeld is het slechts 4,5%. Wel een redelijk onregelmatige klim, er zitten ook wat lastigere kilometers aan 6% tussen. Een paar wat vlakkere kilometers halen het gemiddeld een beetje naar beneden. Hoe dan ook is deze klim niet lastig genoeg om voor het vervolg van de etappe nog een grote rol te spelen. Iedereen die hier lost heeft nog behoorlijk wat tijd om terug te keren. Richting de top is een behoorlijk mooi uitzicht over de omgeving. De beklimming is behoorlijk bochtig en dat geldt ook voor de afdaling. Na 54 kilometer komen de renners boven en wordt er bijna 20 kilometer afgedaald, richting Isona. De afdaling is in het begin behoorlijk steil, maar het wordt al vrij snel minder steil. Het blijft wel continu best lastig, door de vele bochten. Enkele bochten liggen er best venijnig bij en de weg is ook iets minder breed dan de renners na Andorra gewend zijn. Na een kilometer of acht afdalen moet er nog even twee kilometer geklommen worden aan 6% naar de Coll de Faidella. Hier zijn geen punten te verdienen. Na de Coll de Faidalla is het nog 13 kilometer afdalen tot Isona. Deze kilometers zijn een stuk makkelijker, vooral het laatste stuk richting dit dorp gaat het rechtdoor naar beneden.

De klim van de Coll de Bóixols
De klim van de Coll de Bóixols

Tijdens de afdaling is het genieten van het mooie uitzicht (Foto: Google Streetview)
Tijdens de afdaling is het genieten van het mooie uitzicht (Foto: Google Streetview)

Stiekem blijft het na Isona nog een klein beetje naar beneden lopen. Helemaal vlak wordt het pas weer in Gavet de la Conca, na 92 kilometer. In de buurt van Gavet de la Conca komen de renners op een of ander smal plattelandsweggetje terecht, is weer eens wat anders dan de brede wegen waar ze ondertussen aan gewend zullen zijn. Op het profiel is na Gavet de la Conca een pukkeltje te zien en dat is niet ten onrechte. Het loopt hier inderdaad een paar kilometer lang een beetje omhoog. Een echt vlakke rit doen de Spanjaarden niet aan. Na dit pukkeltje is het even vlak, maar niet veel later moet er weer wat geklommen worden. De renners fietsen door de prachtige vallei van de rivier La Noguera Pallaresa. Overal geërodeerde rotsen, broekje uit. Na het passeren van Baronia de St. Oïsme begint de Alto de Fontllonga. Deze klim is vijf kilometer lang en gemiddeld iets meer dan 5%. Had je best nog wat bergpuntjes voor mogen uitreiken, maar die zijn hier dus niet te verdienen. Met een kilometer aan 6,6% nog best een stevig dingetje. Fontllonga is verder maar een klein gerucht, met een oude kasteelruïne.

Camarasa Fontllonga (Foto: WikiCommons)
Camarasa Fontllonga (Foto: WikiCommons)

Na 118 kilometer zijn de renners boven en volgt er een korte afdaling. Wel wat bochten, maar de weg is zo'n beetje 20 meter breed, dus problemen hoeven we niet te verwachten. Na een paar kilometer dalen is er ook weer een klein stukje waar het omhoog gaat, maar daarna is het klimmen gedaan. Na een kilometer of 130 hoeft er niet meer geklommen te worden, tot de finish is het vlak. De renners zijn nu in de buurt van het gehucht Camarasa en hier is de natuur het mooiste. In Camarasa ligt een stuwmeer en rond dit stuwmeer liggen prachtige rotspartijen. Overal kloven en ravijnen, een behoorlijk mooi gezicht. Minder mooi is dat de renners door een paar tunneltjes moeten, die niet echt heel goed verlicht zijn. Zou leuk zijn als daar ondertussen wat aan gedaan is. Tien kilometer na Camarasa fietsen de renners door Gerb, waar de tussensprint van de dag is. Er is dan nog 30 kilometer te gaan tot de finish in Lleida.

De schitterende omgeving rond Camarasa (Foto: WikiCommons)
De schitterende omgeving rond Camarasa (Foto: WikiCommons)

Vlak na de tussensprint in Gerb bereiken de renners Balaguer en komen ze op een brede weg terecht die ze recht naar Lleida brengt. De laatste 30 kilometer zitten er maar weinig verrassingen in het parcours. Het is praktisch vlak en het is praktisch recht. De laatste echte bocht ligt op een kilometer of 10 voor de streep. In de laatste kilometers krijgen de renners alleen te maken met een aantal rotondes. Tussen vijf en drie kilometer van de streep zit geen enkele bocht. Het gaat volledig rechtdoor, zonder obstakels. Het eerste obstakel komt op iets meer dan twee kilometer van de streep, dan zit er een rotonde die links genomen gaat worden. Behoorlijk brede rotonde, niet echt lastig. Vervolgens gaat het weer bijna een kilometer rechtdoor. Net na de boog van de laatste kilometer zit nog een rotonde, deze wordt aan de rechterkant genomen en is iets smaller. Is in de hele slotfase het enige echte obstakel eigenlijk. Na deze rotonde gaat het rechtdoor naar de meet. Dit klinkt allemaal veel te makkelijk voor een slotfase in een Vueltarit en dat klopt ook. Er zit nog een klein addertje onder het gras, in de laatste kilometer loopt het nog een klein beetje omhoog. Heel veel is het niet, een beetje vals plat. Toch wel weer iets om rekening mee te houden. Als je te vroeg aangaat val je stil.

De laatste vijf kilometers zijn niet al te lastig
De laatste vijf kilometers zijn niet al te lastig

Lleida is een stad met 140.000 inwoners. Het is de hoofdstad van de gelijknamige provincie. Een stad die op een strategische locatie ligt, waardoor er in het verleden nog wel eens gevochten werd. Julius Caeser vocht in deze omgeving tegen Pompeius en ten tijde van de Spaanse burgeroorlog werd Lleida gebruikt als verdedigingswal tegen de troepen van Franco. Daardoor lag uiteindelijk de stad in puin, ben je lekker mee. Toch zijn er nog wel wat mooie gebouwen over in Lleida, er is genoeg te zien. La Seu Vella bijvoorbeeld, de kathedraal van Lleida. De stad heeft wel wat historie in de Vuelta. In 2010 vertrok er ook een rit in Andorra met een finish in Lleida. Het werd een massasprint, die gewonnen werd door Mark Cavendish. Om bij meer etappes met finish in Lleida uit te komen moet je wel ver de geschiedenisboeken induiken. In 1989 was de Brit Malcolm Elliott de snelste in de straten van Lleida. In 1982 was er nog eens een rit in Lleida, de Spanjaard Jesús Hernández Úbeda won in dat jaar. In 1968 eindigde er ook een rit in Lleida, deze rit werd gewonnen door de Brit Michael Wright. Jan Janssen reed op dat moment in de leiderstrui, maar zou uiteindelijk slechts vijfde worden in die Vuelta. Een jaar eerder was er nog een rit met aankomst in Lleida, de Nederlander Henk Nijdam, vader van Jelle, was toen de winnaar. Vooral in een verder verleden redelijk wat aankomsten in Lleida. De laatste jaren is de stad wat vergeten, maar na 2010 is er nu dus weer een terugkeer voor de Catalaanse stad waar ook daadwerkelijk veel Catalaans wordt gesproken. Trotse Catalanen in Lleida.

Het Catalaanse eindpunt van de etappe, Lleida (Foto: WikiCommons)
Het Catalaanse eindpunt van de etappe, Lleida (Foto: WikiCommons)

In het noorden van Spanje is het een stuk aangenamer dan in het zuiden. Op het heetst van de dag een graad of 26 in Lleida, dat is prima vol te houden. Er is een kleine kans op neerslag in Lleida, maar dat zal wel niets worden. In Andorra was er een grote kans op neerslag en vielen er ook maar een paar verdwaalde druppels. Hard waaien zal het niet. Dat wil in deze regio nog wel eens gebeuren, maar tijdens de twaalfde rit waarschijnlijk niet. Alleen een paar druppels, met een beetje pech. Om 13:27 begint de rit en om 16:00 zal de uitzending beginnen. Na een rit die integraal werd uitgezonden keren we nu weer terug naar dat wat we kennen van de Spaanse tv. De finish wordt tussen 17:28 en 17:53 verwacht.

Dit is een van de weinige kansen voor de sprinters, dus is het logisch om een massasprint te verwachten. Er zit wel wat klimwerk in het parcours, maar dat is best ver van de finish. In principe zou iedereen mee moeten kunnen sprinten. Het is alleen een beetje de vraag of er nog veel ploegen zijn die willen rijden voor een massasprint. Veel sprinters zijn er niet over en iedereen zal wel moe zijn na de elfde rit. De kans bestaat dus best wel dat een paar jongens ontsnappen en een grote voorsprong krijgen. Het lijkt me alleen ook wel weer zo dat Degenkolb revanche wil. Hij verloor in Castellón en had daar eigenlijk gewoon moeten winnen. Zoveel kansen krijgt hij niet, deze kans moet hij eigenlijk pakken. Zijn ploeg mag ook wel voor hem werken, voor Tom Dumoulin konden ze niet zoveel betekenen. Andere ploegen zullen waarschijnlijk niet echt gaan helpen, veel andere sprinters zijn er niet meer over. Misschien dat Trek een keer wil rijden voor Danny van Poppel, of dat Movistar zo gek is om alsnog te gaan rijden. Als Giant een goede dag heeft wordt het een sprint, anders kan het ook zomaar voor een kopgroepje zijn. Ik zet mijn geld op een sprint, dan kan de rest van de wereld makkelijk wat geld op een vroege vlucht zetten.
1. Degenkolb. Moet nu wel. Is in principe ook wel de sterkste van het uitgedunde sprintersgilde dat nog over is. Moet hij alleen wel wat beter gebracht worden door zijn ploeggenoten of hij moet zichzelf beter positioneren. Zal wel lukken, een getergde Duitser is altijd levensgevaarlijk.
2. Sbaragli. Ritje gewonnen, dan verdien je het om genoemd te worden. Wint normaal nooit, maar nu is hij misschien los. Degenkolb is wel sterker, maar Kristian heeft laten zien dat het niet altijd om snelheid alleen draait. Is wel een vrij slimme sprinter die zich altijd goed weet te plaatsen.
3. Van Asbroeck. Lotto Djumbo de gekste. Eindelijk een rit waar Tom mee kan gaan sprinten. De laatste 40 kilometer nog geen drempel in het parcours, als hij zich nu niet kan mengen in de sprint is het tijd om naar huis te gaan.
4. Drucker. Jempy is een verzamelaar van ereplaatsen. Veel wint hij niet, maar is er wel altijd dichtbij. In deze Vuelta ook al een aantal keer in de top 10 gesprint. Twee keer vierde zelfs, dat moet nog wel een keer lukken. Misschien zelfs derde, aangezien er toch bijna geen fatsoenlijke sprinter meer over is.
5. Van Poppel. Heeft nog helemaal niets laten zien deze Vuelta, maar tijdens deze rit zou dat toch eindelijk een keer moeten lukken. Wel wat klimmetjes, maar behoorlijk ver van de finish. Ook geen 30 graden meer, dit zou hem wel goed moeten liggen.