Bussemaker verwacht doorbraak digitaal onderwijs

Minister van Onderwijs Jet Bussemaker (PvdA) denkt dat digitaal onderwijs de komende jaren een enorme vlucht zal nemen. Dat biedt veel mogelijkheden, maar stelt docenten ook voor nieuwe uitdagingen, zei Bussemaker maandagmiddag tijdens de opening van het academische jaar van de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Digitale hoorcolleges maken het onderwijs voor steeds meer mensen toegankelijk, hield Bussemaker haar gehoor voor. "Hoorcolleges voor alle eerstejaars bestuurskunde hoeven niet per se op dinsdagochtend om kwart over negen plaats te vinden en studenten hoeven er niet per se fysiek bij aanwezig te zijn."

Studenten kunnen bovendien kiezen welke vakken ze volgen aan welke instellingen en daarmee een opleiding samenstellen die optimaal aansluit bij hun behoeften en wensen. "Wees niet verbaasd als u als docent een vraag krijgt over rechtvaardigheid en ethiek van een student die de avond daarvoor een college heeft gevolgd van Harvard-professor Michael Sandel. Op z'n iPad welteverstaan."

Deze ontwikkelingen zorgen ervoor dat het onderwijs nog een 'enorme doorbraak staat te wachten'. Dat roept onder meer praktische vragen op. "Gaat u investeren in nieuwe grote collegezalen? Of kunt u dat geld beter gebruiken om online colleges en online feedback van docenten te ontwikkelen?"

Ook betekent het dat hoogleraren en docenten moeten gaan nadenken over hun eigen toegevoegde waarde en hun rol ten opzichte van studenten. "Een digitaal college, hoe goed ook, zal de discussies tijdens colleges of het spreekuur van de professor nooit kunnen vervangen", zei Bussemaker.

Belangrijk daarbij is dat er tijdens die interactie ook echt wat gebeurt. "Als docenten en hoogleraren met liefde en aandacht hun kennis overdragen aan hun studenten én hen helpen te worden wie ze zijn door vragen te stellen en naar antwoorden te luisteren, dan kunnen docenten juist vanwege de opmars van digitaal onderwijs een enorm belangrijke gidsfunctie hebben", denkt de bewindsvrouw.

"Het is immers de interactie tussen docenten en student die leren naar een hoger plan brengt. Voor de computer is een zes een zes. Maar het is de docent die kan bepalen of die zes een groot compliment waard is, of dat het gemakkelijk een acht had kunnen zijn. En daarmee bijdraagt aan de vorming van haar studenten. En zo het verschil maakt", aldus Bussemaker.