Relatie rechercheur met slachtoffer breekt OM op
Een rechtszaak over mensenhandel en huiselijk geweld kan de prullenbak in doordat een rechercheur in de zaak tijdens het onderzoek een relatie kreeg met een slachtoffer. Dat oordeelt althans de rechtbank in Den Haag, die het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk heeft verklaard.
Het slachtoffer, een 21-jarige vrouw, deed vorige zomer meerdere meldingen van huiselijk geweld. Later vertelde ze dat ze door haar vriend ook tot prostitutie werd gedwongen. In december deed ze uiteindelijk aangifte tegen deze 25-jarige Hagenaar. De verdachte werd begin januari opgepakt. Gedurende het onderzoek had een rechercheur echter een relatie met het slachtoffer, zo bleek later.
Het OM had aangegeven de relatie 'zeer laakbaar' te vinden. In de ogen van het OM had daarom alle bewijs dat met medewerking van de rechercheur is verkregen, uitgesloten zou kunnen worden in de strafzaak. Dan zou er nog steeds voldoende bewijs over zijn tegen de verdachte. De rechtbank vindt echter dat de belangen van de verdachte te sterk zijn geschonden en ging over tot vrijspraak.
De rechercheur is nadat de relatie aan het licht kwam overigens van zijn functie gehaald. Tegen hem loopt een intern onderzoek. Hij heeft andere werkzaamheden gekregen.
Het OM is het oneens met de beslissing van de rechtbank en heeft hoger beroep ingesteld.