Opnieuw aangifte tegen Jorge Zorreguieta

Bij het Nederlandse Openbaar Ministerie wordt opnieuw aangifte gedaan tegen Jorge Zorreguieta, de vader van prinses Máxima. Advocate Liesbeth Zegveld doet dit op basis van nieuwe verklaringen van negen slachtoffers en nabestaanden, zei ze maandagavond in het televisieprogramma EenVandaag.

Zorreguieta was tijdens de Videla-dictatuur in Argentinië staatssecretaris en later minister van landbouw. In een brief aan de Tweede Kamer en het OM vragen de negen om een strafrechtelijk onderzoek naar de betrokkenheid en verantwoordelijkheid van de vader van prinses Máxima bij verdwijningen en martelingen. Eerder besloot het OM geen vervolging in te stellen.

Een van de slachtoffers, een medewerker van Zorreguieta's ministerie, zegt dat hij na twee dagen te zijn gemarteld, in april 1976 in de gevangenis werd bezocht door een personeelsfunctionaris van een onderzoekscentrum van het ministerie van Landbouw. De beambte overhandigde de man namens het ministerie zijn ontslagbrief.

Die werkwijze wijst er volgens Zegveld op dat bij het ministerie wetenschap was van de detentie van medewerkers. "Er wordt samengewerkt als mensen in detentie zitten. Mensen krijgen een ontslagbrief en het salaris wordt stopgezet. Er wordt administratief op gereageerd."

Volgens Zegveld ligt er nu te veel concreet materiaal voor het OM om overheen te stappen door te zeggen dat er onvoldoende bewijs is en dat de verwachting is dat ook niet meer boven tafel komt. "Er moet meer onderzoek worden gedaan."

Elf jaar geleden werd een aangifte tegen Zorreguieta afgewezen vanwege gebrek aan rechtsmacht. Vorig jaar deed Zegveld namens drie mensen opnieuw aangifte. Doordat op dat moment net een internationaal verdrag in werking was getreden, zou Nederland verplicht zijn tot strafrechtelijk onderzoek over te gaan.

Het verdrag is gericht op de bescherming van mensen tegen gedwongen verdwijning. Zorreguieta zou zich ook in Nederland schuldig maken aan een misdrijf, zolang hij, als hij hier is, blijft zwijgen over het lot of de verblijfplaats van verdwenen personen of blijft weigeren de verdwijningen te erkennen, stelde de advocaat.

Het OM stelde echter geen vervolging in. Volgens het OM waren er geen aanwijzingen voor persoonlijke betrokkenheid van Zorreguieta bij de verdwijningen. Ook kon niet worden vastgesteld dat de vader van de prinses als leidinggevende betrokken was bij de verdwijningen, of dat hij informatie heeft achtergehouden, stelde het OM toen.

De junta van Videla, die na een coup de macht greep, heerste van 1976 tot en met 1983 over Argentinië. Dertienduizend mensen kwamen om het leven door een hardhandig optreden tegen linkse guerrilla's en hun aanhangers.