'Terreinwagens defensie goed voor natuur'
Scheurende terreinwagens van het leger zijn gunstig voor het openhouden van grote oppervlakten stuifzand, waar zeldzame vogels van profiteren. En graafwerkzaamheden en ander 'gerommel' op heischrale graslanden op oefenterreinen van de krijgsmacht zorgen voor grote populaties van bijzondere soorten.
Dat staat in het vrijdag gepubliceerde rapport 'De bijdrage van Defensie aan de Nederlandse natuur', dat minister van Defensie Hans Hillen (CDA) vrijdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Hoewel de gebieden die de krijgsmacht beheert in eerste instantie zijn bedoeld om het leger te laten oefenen, blijken het militaire gebruik en de manier waarop de terreinen worden beheerd vaak goed voor de natuur, concludeert Hillen verheugd.
Defensie beheert ruim 25.000 hectare oefenterrein, die het leger in veel gevallen al sinds de negentiende eeuw bezit. Deze 'woeste gronden' zijn in tegenstelling tot de rest van Nederland sindsdien nauwelijks gecultiveerd, aangezien de verhoogde 'dynamiek' van andere terreinbeheerders doorgaans ontbreekt. Onder meer het droge heidelandschap, het hoogveen en het duin- en kwelderlandschap leveren een forse bijdrage aan de Nederlandse natuur, stellen de onderzoekers.
Naar schatting dertig procent van het Nederlandse areaal heischraal grasland is te vinden op defensieterreinen, die ook belangrijke soorten als rozenkransje, valkruid, grote parelmoervlinder, kleine wrattenbijter, tapuit, nachtzwaluw en grauwe klauwier herbergen. Ook zeldzame korstmossen en andere bedreigde soorten floreren er. Zo bevindt zich in de stuifzandgebieden bij Harskamp op de Veluwe de grootste populatie nachtzwaluwen in Nederland. Ook de tapuit broedt daar.
'Terreinwagens defensie goed voor natuur' (Foto: Novum)