Antillianen: 'Ta basta awor!'

De Antilliaanse gemeenschap is het vele vuurgeweld onder Antilliaanse jongeren zat. Ze pleit daarom voor een hardere aanpak. Daarnaast staat er een manifestatie tegen vuurwapengeweld gepland.

De vader van Archel Thompson werd een jaar geleden vermoord, maar Thompson liet zich niet verleiden tot wraak, ook al was dat wel zijn eerste reactie - van hemzelf én zijn omgeving. "Ik dacht: ik ga de dader vinden, ik ga zoeken, ik ga iets doen. Dat is een natuurlijke reactie, dat heeft iedereen."

Maar Thompson hield zich in, in tegenstelling tot veel anderen. "We zijn er zo moe van", zegt Raymond Labad, voorzitter van het Platform van de Antilliaans-Arubaanse Beraden (PAAB). Volgens hem moet er een betere aanpak komen voor criminele Antilliaanse jongeren. "We willen niet op de stoel van justitie gaan zitten, maar er is een heel kleine groep Antillianen, ongeveer drie procent, en die moet gestraft worden."

Archel Thompson is lid van de stichting Mikesa, die jonge Antillianen helpt. Antilliaanse jongeren worden volgens hem niet geremd door de omgeving. "Je weet dat als je gestraft wordt je er niet slecht vanaf komt. Je verliest geen vrienden, vanuit persoonlijke kring wordt het juist gewaardeerd. Je krijgt een status." Volgens hem ligt het probleem vooral bij de mentaliteit. "Er is iets van: je bent Antilliaan en je bent crimineel. Het vertrouwen is er niet."

"Surinamers en Marokkanen hebben verbindfiguren. Wij hebben niemand die van de straat komt en die het gemaakt heeft." Het is volgens Thompson belangrijk dat de maatschappij binding met de jongeren heeft. Hoe dat tot stand te brengen? Labad: "De reguliere instellingen van de meeste gemeenten bereiken onze groep niet. Het moet op onze eigen manier. Als je iets met Antillianen doet, moet je daar ook Antillianen bij betrekken." Bijvoorbeeld via het Antilliaanse familienetwerk. "Er is altijd wel iemand in de familie die weet dat er iemand aan het afglijden is. Wij kunnen iemand benaderen in zijn eigen taal."

Jongeren moeten daarnaast gestimuleerd worden hun wapens, bij voorkeur anoniem, in te leveren. Raymond Labad ziet echter niks in het voorstel van Leefbaar Rotterdam om een groep Antillianen preventief op wapens te fouilleren. "Stel dat ik in Rotterdam loop, ik doe boodschappen en word zomaar gefouilleerd. Dat wekt vernedering en agressie op." Labad wijst wel met de vinger naar justitie en politie, die volgens hem heel goed weten hoe de jongeren aan wapens en drugs komen. "Er is zo verdomde veel bekend bij justitie, maar ze doen geen flikker!"

Terwijl Thompson mogelijkheden voor huiswerkbegeleiding en sport regelt, staat nu eerst de manifestatie op het programma. Volgens Labad misschien komende zondag al: "Dat moet iets groots worden, arm in arm. Ta basta awor, het is nu genoeg!"