Historisch: Monaco 1982
Als het regent in het prinsendom, is een spannende race bijna onvermijdelijk. Zo zat in de beroemde race in 1984 debutant Ayrton Senna de wereldkampioen Alain Prost op de hielen en won Olivier Panis in 1996 zijn eerste en enige race op de natte straten van Monte Carlo. Ook in 1982 zorgde het hemelwater voor een bizarre ontknoping.
Het weekend begon zonder zorgen over het weer. Twee weken eerder was Gilles Villeneuve omgekomen en de paddock was in een sombere stemming. Ferrari besloot slechts één wagen in te schrijven voor de race en ondertussen zaten sommige teams met de handen in het haar vanwege een bandenkwestie. Leverancier Avon had besloten de levering van Formule 1-banden te staken en haar complete voorraad rubber was opgekocht door het Marchteam. De achterhoedeteams Ensign en Theodore hadden geen banden meer beschikbaar en moesten bij respectievelijk Goodyear en March aankloppen om toch te kunnen rijden.
Na alle ophef rond de bandenfirma's en Villeneuve's dood, ging de wedstrijd gelukkig vrij rustig van start. René Arnoux nam de leiding, maar moest deze al snel afstaan aan teamgenoot Prost nadat hij was gespind en uit had moeten stappen. De Renault kreeg Riccardo Patrese en Didier Pironi achter zich aan.
Tien ronden voor de finish diende zich echter een regenbui aan en werd het toch al vrijwel griploze asfalt spekglad. De leider in de race was een van de eersten die slachtoffer werd van de verraderlijke omstandigheden. Prost spinde toen hij langs de haven op het gas ging en vernielde zowel de voor- als de achterkant van zijn wagen. Dat gaf Patrese de kans om naar zijn allereerste Grand Prix-overwinning te rijden.
Patrese kon zijn wagen echter ook niet in het rechte spoor houden en spinde in de haarspeldbocht bij het Loew's Hotel. Dat gaf de leiding aan Pironi, maar die moest zijn Ferrari een paar honderd meter verderop in de tunnel parkeren, omdat hij net te weinig benzine aan boord had om de finish te bereiken. Nu kon Andrea de Cesaris naar de overwinning rijden, maar ook hij kwam zonder brandstof te staan.
Ondertussen had Patrese zijn wagen, met wat hulp van de marshalls, heuvelaf gekregen. Met dank aan de zwaartekracht had hij de motor weer aan de praat gekregen. Hij manoeuvreerde voorzichtig langs de stilgevallen bolides van Pironi en De Cesaris en won alsnog zijn eerste race in zijn Formule 1-carrière, alhoewel hij dat in eerste instantie zelf niet eens door had.
De chaotische laatste ronde zorgde voor veel hoofdbrekens bij de wedstrijdleiding. Uiteindelijk werd de tweede plaats aan Pironi gegeven, met De Cesaris op de derde plaats, terwijl Nigel Mansell, die op één ronde achterstand wèl de finish had gehaald, een vierde plaats kreeg toebedeeld.