30 maanden eis tegen doodrijder tasjesdief
Volgens de officier heeft C. zich schuldig gemaakt aan doodslag door gevaarlijk rijgedrag. Daarbij was sprake van zogeheten voorwaardelijk opzet: C. wilde het slachtoffer niet doden, maar nam wel het onaanvaardbare risico dat dat door haar handelen zou gebeuren bewust voor lief.
Op de bewuste avond stal het slachtoffer met zijn kompaan het tasje van C. uit haar auto, terwijl zij in Amsterdam-Oost voor een stoplicht stond. Het tweetal vluchtte op een brommer. De vrouw zette daarop direct, achteruitrijdend, de achtervolging in. In het vooronderzoek heeft C. verklaard dat zij de brommer wilde aantikken, memoreerde de officier. Een ''disproportionele reactie'', vond de aanklaagster. De dieven kwamen ten val, een van hen raakte dodelijk bekneld tussen C.'s auto en een boom.
Hoogerheide hield in haar strafeis rekening met een aantal verzachtende omstandigheden: C. was zelf ook slachtoffer en door de enorme maatschappelijke belangstelling, die gepaard ging met grote media-aandacht, voor de zaak is haar leven ingrijpend veranderd. Ook met het feit dat het drie jaar heeft geduurd alvorens C. daadwerkelijk in de beklaagdenbank belandde, moet rekening worden gehouden, aldus de officier.
C. heeft geprobeerd te voorkomen om op de openbare terechtzitting te verschijnen, omdat zij voor haar leven vreest. Op 5 februari bleef zij uit de rechtszaal weg. In opdracht van de rechtbank spoorden politie en justitie haar vervolgens op en hielden haar gistermiddag aan. Vanmorgen werd zij naar de rechtbank gebracht en gedwongen te verschijnen. De rechtbank stond haar toe zich met een roze sjaal en een zonnebril te vermommen.
Stille tocht voor Ali el B. (2005)