Levenslang voor moord zonder lijk

Icoon JustitieGerrie M. moet de rest van zijn leven de gevangenis in voor de moord die hij pleegde op de Heerlense drugshandelaar Math Huren. Ondanks dat de stoffelijke resten van Huren nooit zijn gevonden, acht het gerechtshof in Leeuwarden bewezen dat M. hem in 1997 heeft doodgeschoten en vervolgens in een zelfgemaakte oven heeft verbrand.

Het sterkste bewijs dat het hof heeft gevonden om tot een veroordeling van M. te komen, is een brief uit 2002. M. schreef destijds vanuit een gevangenis in Engeland (waar hij vastzat voor drugshandel), aan een vriend dat ene Koos Z. uit de weg moest worden geruimd. De moord op Huren vond namelijk plaats op het erf van Z., die daarbij ooggetuige was. M. wilde Z. laten ombrengen om hem de schuld van de moord op Huren in de schoenen te kunnen schuiven. De vriend van M. heeft niet aan de macabere opdracht voldaan.

Eerder had een rechtbank Gerrie M. tot 20 jaar celstraf veroordeeld, maar het hof ging hier niet in mee. Het gerechtshof is het met de beredenering van de rechtbank eens, dat ook criminelen die ernstige misdrijven begaan, uitzicht moeten houden op een terugkeer in de maatschappij. Het hof vindt deze zaak echter een uitzondering, omdat de zaak gruwelijk, mensonterend en bizar is. Ook volgt het hof de eis van de aanklager "omdat in het geval M. vrijkomt diverse personen voor hun leven hebben te vrezen". M. is in de ogen van het hof "haatdragend en wraakzuchtig".

M.'s advocaat heeft inmiddels aangekondigd tegen de uitspraak in cassatie te zullen gaan.