Gezin alles kwijt door Marokkaanse terreur
In de afgelopen jaren zijn ze alles kwijtgeraakt. Hun huis, hun huwelijk, hun rustige leven. Tegenwoordig zitten ze ergens in het midden van het land onder gedoken. Tegenover De Telegraaf doen Brigitte de Birk (39) en haar ex-man Rinus Bauman (52) verhaal over een uit de hand gelopen ruzie met hun voormalige Marokkaanse buren. De zaak is nog altijd niet opgelost.
"Al jaren zijn we op de vlucht voor de bloedwraak van een stel Marokkanen. Ons hele leven is naar de bliksem. Het enige advies dat de politie ons ooit gaf, is dat we beter kunnen emigreren. Als Nederlanders weggestuurd worden uit je eigen land omdat buitenlanders je bedreigen. Dit is zó gestoord! We worden gediscrimineerd in ons eigen land", zo vertelt Brigitte.
De problemen begonnen in 2002, vlak na de moord op Pim Fortuyn. Op dat moment woonden ze drie maanden in hun nieuwe huis in Honselersdijk en was de omgang met Marokkaanse buurtgenoten vrij goed te noemen, alleen met de 16-jarige zoon van één van de twee gezinnen wilde het niet vlotten. Op de ramen hadden ze de leus 'Pim bedankt' geplakt. Vlak na de begrafenis van Fortuyn escaleerde de boel plotsklaps.
Die dag zat Birgitte met een Amerikaanse jeansbroek in de tuin, toen op een gegeven moment de Marokkaanse buurjongen passeerde en begon te schelden. Brigitte: "Hij riep: 'Hoer, trek die broek uit! Fortuyn is de eerste, er zullen er meer volgen'. Rinus schreeuwde wat terug. Voor ik het wist sloeg mijn buurjongen me met zijn vuisten tegen de grond." Al snel escaleerde het handgemeen, waar tientallen Marokkanen zich mee gingen bemoeien. Uiteindelijk wist de politie hen te ontzetten.
Op het politiebureau moesten Rinus en Birgitte een verklaring afleggen. Tot hun eigen verbazing werden ze in boeien geslagen. Na verhoren door rechercheurs bleek dat tijdens het handgemeen de moeder van de Marokkaanse buurjongen in elkaar was gezakt en overleden. Ze werden beschuldigd van doodslag.
Voor hun eigen bescherming werden ze vastgehouden op het politiebureau. Intussen was het gehele interieur kort en klein geslagen door buurtbewoners, evenals de auto. Ook de ramen van de auto van de Nederlandse buren moesten het ontgelden. Een dag later verschijnt de burgemeester op de lokale televise. Om een Marokkaanse rel te voorkomen, deelt hij mee dat de Nederlanders niet meer terug in de straat komen.
Sinds het incident worden ze achtervolgd. Hun huis hebben ze niet meer teruggezien. Middels hun schriftelijke toestemming kon geregeld worden dat hun spullen uit de woning werden verwijderd. De schade is nimmer vergoed. Intussen is hun huwelijk op de klippen gelopen en heeft Birgitte haar baan in een modezaak moeten opgeven.
Gesprekken met de politie hebben nooit iets uitgehaald. "De politie zegt nu zelfs glashard dat we maar beter kunnen emigreren. Dat is toch te gek voor woorden. Dat is gewoon de omgekeerde wereld!" Ook burgemeester Elzinga wil niets kwijt, hoewel het destijds zijn beslissing was in het plan van aanpak.