Het dilemma

Onder de FOK!columnisten sta ik bekend als de oude viezerik die warm wordt van jonge meisjes. Ik heb het er zelf naar gemaakt. Hoe vaak heb ik nu al niet geschreven over leuke meisjes in de bus of trein, prettige deernes op het werk, blozende blondjes op fiets of brommer op straat en sms'ende sletjes terwijl ik met ze sta te praten? Heel vaak. Te vaak.

Wat in mij zeer te bewonderen is, is dat ik altijd heel open over de zwakheid van mijn vlees ben geweest. Het feit dat ik graag kijk naar meisjes, steek ik niet onder stoelen of banken. (Ze worden er wel eens gek van, die FOK!columnisten.) Ik heb er dan ook menig column over geschreven.
"Mannen denken maar aan één ding," hoor ik vaak. Welnu, ik kan alleen maar voor mijzelf spreken.
"Als je alleen al dénkt aan een andere vrouw dan aan je eigen, dan pleeg je al overspel," hoor ik ook vaak. Welnu, wat een gelul.
"Het staat in de Bijbel dat je geen andere vrouw zult begeren," hoor ik nog vaker. Welnu, als die God niet wil dat ik een ander begeer, waarom heeft hij mij dan opgezadeld met de drang om het warm te krijgen van allerlei jonge meisjes? Is it all meant to try us out? Wat een etter is die God dan, zeg. Het leven lijkt zo wel erg op een computerspel.

Maar goed. Waar was ik? Meisjes. Het voorjaar is al meer dan halverwege en man o man, wat zien ze er dan allemaal weer leuk en lekker uit. Ik kom gewoon mondvocht tekort.
Ze maken het mij dan ook goed moeilijk. Als het ook maar een beetje zonnig is, dansen de bruine gezichtjes, de blote beentjes en korte rokjes, de teenslippertjes en filmsterrenzonnenbrilletjes, de hemdjes en décolleteetjes voor mijn ogen.

Neem nu dit heerlijkheidje hier. Ik bevond mij op een oude werkplek. Inmiddels ben ik zelf al drie werkplekken verder. (Had ik al verteld van mijn nieuwe werkplek? Nee? Dan doe ik dan snel eens een keer!) Dit meisje was een jaar of twintig, keek helder uit haar blauwe ogen en had een lach om nooit meer te vergeten. Ze had haar lange blonde haren achter op haar hoofd samengebonden tot een paardenstaart. Aan haar voeten droeg ze laarsjes zonder hak. En verder had ze een strakke spijkerbroek en een kort truitje aan. Ik vond het een leuk meisje om te zien. Daarnaast was ze altijd vrolijk en een beetje verlegen, wat nogal eens aandoenlijke blosjes op haar wangen veroorzaakte.

Ik heb altijd wel wat met dat soort meisjes. En zij met mij. Ik ben inmiddels te oud om een soort 'grote broer' voor ze te zijn. Tegenwoordig zien ze me meer als vaderfiguur. Ik houd mijn hart vast. Over een paar jaar ben ik hun reserve-opa.
Vooralsnog vragen de leuke meidjes in mijn buurt mijn aandacht. Wat of ik adviseer, hoe ik ertegenaan kijk, of ik nog ideeën en suggesties heb, en of ik dit en dat weet. Ik stel de vraag altijd terug. Sociofrik zijn leer je nooit af. Het levert leuke gesprekken op. Zo ook met dit meisje.

Kijk, daar liep ze door de kantine. Ze was op zoek naar iets.
"Zoek je iets?" vroeg ik.
"Ja, ik zoek collega Felix."
"Kijk eens achter je."
"Och ja, daar zul je hem hebben."
"Een beetje uit je leuke doppen kijken kan toch helpen."
"Bas, als ik jou toch niet had …"
"Ja, hoe zou dat moeten? Als je mij niet had? Heb je mij eigenlijk wel, dan?"
"Op een bepaalde manier wel, ja."
"Oh, leg eens uit, wil je?"
"Mag dat iets later? Want ik was op zoek naar collega Felix."
"Die zit aan een tafel daar achter je."
"Dat zei je net ook al."
"Doof ben je niet. Dat valt dan weer mee."
We moesten allebei glimlachen en de blik in haar ogen zeiden me van alles, alleen kon ik niet goed bepalen wat precies.

Ze draaide zich om en liep naar de andere tafel. Daar zat collega Felix in gesprek met een andere collega. Alle stoelen waren bezet, dus het meisje kon er niet bij gaan zitten. Dat loste ze handig op. Ze zakte op haar hurken en leunde met haar armen op tafel.
Ik keek naar haar achterkant en zag dat haar heupbroek omlaag en haar korte truitje omhoog gleed. Plotseling kwam ik adem tekort. Van onder, nee juist bóven haar spijkerbroek verscheen een allemachtige string van lichtpaarse sportstof. Aan weerszijden van de T bevonden zich twee werkelijk prachtige blote billen.
Ik deed of ik een andere kant op keek en kneep mijn ogen tot spleetjes. Ondertussen vergaapte ik mij vanuit mijn ooghoeken aan de wonderschone aanblik van de achterkant van het meisje.
Toch bekroop mij ook een schuldgevoel. Wat moest ik doen?

Mijn vaderlijke instinct en mijn professionele inzicht zeiden me dat ik even haar aandacht moest trekken en haar moest vragen of ze een moment met mij in gesprek kon onder vier ogen. Daar zou ik haar dan iets zeggen dat zou lijken op het volgende. (Ik kan de juiste woorden nog niet vinden.)
"Ik wil je graag attent maken op het feit dat je daar ietwat uitdagend zat. Zo op je hurken doet je broeksband wat naar beneden zakken en je truitje omhooggaan. Nu vind ik dat zelf niet zo erg, maar het geeft anderen de gelegenheid om zich te verlustigen aan je ondergoed. Het is goed dat je je bewust bent van wat jouw lichaamshouding en kleding teweeg kan brengen."

De dierlijke lage lusten die door mijn lijf gierden vertelden me dat ik knap stom zou zijn als ik dát zou doen, want daarmee verknalde ik voor mijzelf het bijzonder aangename zicht op de achterkant van haar lingerie. En op wat die lingerie niet verhulde.
Wat een dilemma. Het leven van een volwassen man van middelbare leeftijd is niet altijd gemakkelijk.

Zoals ik al zei. Het vlees is zwak. Ik koos voor het uitzicht en genoot in stilte. Het gesprek tussen het meisje en de collega duurde flinke tijd.
Het leven heeft toch waarlijk zin, dat zie je dan maar weer.
Smakelijke voortzetting van de lente, iedereen!


Apeldoorn, mei 2009