Het mooiste liefdesgedicht
Veel mensen vinden het maar stom. Commerciële onzin. Maar is het nou echt zó erg om in een wereld waar al narigheid genoeg is één dag per jaar uit te roepen tot dag van de liefde?
Maar laat ik eerlijk zijn. Jarenlang dacht ik er precies eender over. Dat kwam omdat ik verbitterd was. Teleurgesteld in de liefde. Met pijn in mijn hart liep ik de schreeuwerige etalages voorbij. Geen rode harten voor hem. O nee. En al zeker niet voor mij. Ik had een slecht huwelijk, en was al eens bijna gescheiden. Ook daarna werd het niet beter.
Totdat ik hem leerde kennen. Wij ontmoette elkaar virtueel. Hij schreef al een poosje columns op een columnsite en ook ik ging mijn verhalen daar plaatsen. We gingen reageren op elkaars werk en al snel kregen we een intense mailwisseling. Zonder dat we elkaar ooit hadden gezien, zonder dat we op zoek waren naar een nieuwe liefde, vielen we toch als een blok voor elkaar.
Alles vertelden we aan elkaar in deze mailtjes. Hij las dingen van mij, die ik nooit eerder met iemand had gedeeld, en ook hij was zeer openhartig. We verklaarden elkaar ook de liefde in deze mailtjes. Ik liep met mijn hoofd in de wolken en met vlinders in mijn buik. Voor mij voelde het ook veilig, omdat hij toch een wildvreemde zou blijven, plannen om elkaar te ontmoeten hadden we immers niet?
Ook dat veranderde. Hij gaf me zijn telefoonnummer. En al gauw belden we elkaar wanneer we maar konden. Met een wild kloppend hart. Heftig verliefd, maar ook bang om betrapt te worden. Nooit zal ik de dag vergeten van onze eerste ontmoeting. De gevoelens die ik voor hem had gekregen tijdens het mailen en bellen werden op die dag nog duizenden malen versterkt.
Op die dag kwam ik thuis.
Maar het kon niet. Dit was een onmogelijke liefde. Ik was al achttien jaar getrouwd, had drie kinderen samen met mijn man, maar het allerbelangrijkste: ik was gereformeerd. En scheiden is ‘not done’ in die kringen. Jaren daarvoor had ik al eens een poging ondernomen om te gaan scheiden, maar ik had het opgegeven. Durfde het niet door te zetten, uit angst voor mijn omgeving.
Hij had daar begrip voor. Ook hij had een relatie. Maar hij had al eerder naar mij gemaild dat hij zeer teleurgesteld was in deze vrouw en de relatie met haar wilde verbreken. Maar dat lag niet zo gecompliceerd als bij mij. Zij waren nog niet zo lang bij elkaar en hadden geen kinderen samen. En hij had geen last van de dominee en ouderlingen op zijn dak. Toch ging hij akkoord met welke beslissing dan ook van mijn kant. Hij was bereid om op mij te wachten, zelfs als dat pas zou gebeuren wanneer de kinderen volwassen waren en het huis uit zouden gaan.
Ik hield het niet meer vol en vertelde mijn man dat ik wilde scheiden. Alles werd uit de kast getrokken om dit te voorkomen. Mijn familie kwam eraan te pas, de dominee, de ouderlingen, vrienden, en er waren maar weinig mensen die begrip hadden voor het feit dat ik mijn huwelijk wilde ontbinden. Er was zelfs een complot gesmeed om mij op te sluiten in een of andere Christelijke boerderij waar je geen contact mocht hebben met de buitenwereld. Bovendien was door spyware op de computer aan het licht gekomen dat ik een ander had…
Alle begrip ging uit naar mijn man. En ik was die overspelige vrouw. Toch zette ik door. Omdat ik in die verschrikkelijk moeilijke tijd één ding heel helder wist: ik heb de liefde van mijn leven gevonden. Met hem kan ik wél gelukkig worden. Ik had al zo lang voor mijn kinderen gekozen, een scheiding voor hén willen vermijden, maar nu kon ik niet meer. Ik was op. Terwijl ik mezelf juist aan alle kanten moest verdedigen en bij mekaar moest rapen. Mijn familie was boos en teleurgesteld in mij, vrienden lieten het afweten, ik werd bang voor de deurbel, schrok als de telefoon ging. Door mijn arts werd ik overspannen verklaard en ik kon een tijdlang niet meer werken.
Ik zag hem één keer per week. Dan spraken we af, midden in een grote stad in een restaurantje. Hij zag, hoe moeilijk ik het had. Toch kreeg hij me aan het lachen met zijn geweldige humor. Hij zag, dat ik kilo’s en kilo’s afviel van alle stress. Met veel liefde en geduld probeerde hij er tóch een broodje bij mij in te stoppen. Hij droogde mijn tranen, hij kuste mijn bevende mond, hij nam steeds weer mijn bange lijf in zijn veilige armen. Bij hem vond ik troost, kon ik al mijn ellendige verhalen kwijt.
En hij deed nog iets geweldigs. Hij schreef het mooiste gedicht, dat ooit geschreven is. Dat gedicht steunde mij in die moeilijke periode. Dat gedicht leerde ik uit mijn hoofd en putte er kracht uit als ik weer een moeilijk gesprek aan moest gaan. En ik moest dit verhaal eerst vertellen, om de lezer te laten begrijpen waar dit gedicht over gaat:
Er is geen vrouw zo lief als jij,
ik hou van je, je maakt me blij.
Je bent beslist een superheld,
ik sta steeds weer totaal versteld.
Je bent zo prachtig opgebloeid
je zelfbeeld dat is goed gegroeid,
dat kan alleen maar jij.
Er is geen vrouw zo zacht als jij,
ik streel je huid, je maakt me blij.
Je superlieve hart van goud,
’t is daarom dat ik van je houd.
Je laat je niet het veld uit slaan,
maar blijft op je principes staan,
en zo vecht jij je vrij.
Er is geen vrouw zo mooi als jij,
ik kijk naar je, je maakt me blij.
Je lieve lach, je mooie mond,
je reuzefijne superkont.
Bij jou voel ik me echt maar klein,
bedankt dat ik je man mag zijn,
hee, trouwen jij met mij?
Uiteindelijk ben ik gescheiden. Dolgelukkig was ik, toen ik een huis kreeg. Mijn geheime liefde hoefde niet langer geheim te blijven. We mochten nu hand in hand over straat. Zoenen waar we maar wilden.
Inmiddels wonen we samen. En we zijn nog net zo gelukkig als ruim twee jaar geleden, toen onze romance begon. Of eigenlijk nog veel gelukkiger. Want we hebben nog steeds allebei het gevoel dat we de hoofdprijs hebben gewonnen. Dit voorjaar gaat ook de wens van de laatste zin uit het gedicht in vervulling.
Is het nou echt zó erg om in een wereld waar al genoeg narigheid is één dag per jaar uit te roepen als dag van de liefde? Ik vind het mooi. Ik vind het geweldig, en met een glimlach om mijn mond loop ik langs al die schitterende etalages. En zou ze het liefst allemaal willen leegkopen voor hem.