Valentijn
Vandaag, toen ik op weg was naar de bibliotheek, zag ik een man. De man was van mijn leeftijd en vertoonde ook qua kledingstijl een treffende gelijkenis met mijzelf. Hij droeg een grijs pak, bruine schoenen en had zijn ietwat dunnende haar in een nette scheiding aan de linkerkant van het hoofd.
De man zag er echter opgewekt uit. Hij had niet, zoals ik, een ietwat slepende tred met het hoofd gebogen, maar liep fier en triomphantelijk over het trottoir, hier en daar even pauzerend om het hondje, dat hij aan de lijn meevoerde, aan een straatlantaarn of een stoeptegel te laten snuffelen. Het hondje was klein en bruin en verkeerde, zichtbaar aan het impulsieve gedrag, nog in de puppyfase. Ik heb de man en het hondje nagezien tot ze de hoek om waren, net voorbij de antiekwinkel.
Huisdieren, en dan voornamelijk kleine bruine hondjes in de puppyfase, geven blijkbaar kleur aan het leven, zo bedacht ik me later, toen ik mijn drie boeken ter uitlening aanbood bij de servicebalie van de bibliotheek. Huisdieren brengen kleur in het leven van de alleenstaande man. Men kan het beestje meetronen naar het bos even buiten de stadsgrenzen en een stok gooien, terwijl het diertje, nu verlost van de lijn, er hartelijk achteraan stuift en het stuk hout met het neusje in de wind terugbrengt naar de werper.
Na het bezoek aan de plaatselijke dierenspeciaalzaak, trok ik mij terug in mijn appartementje en opende de plastieken tas waarin de verkoopster van de dierenspeciaalzaak mijn wellicht overmoedige aankoop had opgeborgen. Het oranje beestje zwom angstig rondjes in het doorzichtige zakje en keek me ietwat bangig aan, alsof het wist dat het voortaan zou wonen in een vertrek van het huis waar de bewoners geen kleine bruine hondjes mochten verzorgen.
Valentijn. Dat was een mooie naam voor een goudvis.