Eritrese Jihad dreigt met ontvoering
De moslimfundamentalistische terreurgroep Eritrese Jihad dreigt de missie van Verenigde Naties in Ethiopië en Eritrea (Unmee) met het ontvoeren van blauwhelmen. Unmee zegt waakzaam te zijn en weigert verder commentaar. Sinds de grensoorlog tussen Ethiopië en Eritrea uitbrak, wordt de Jihad gesteund door Ethiopië.
De Eritrese Jihad is een gewapende oppositiegroep die in het begin van de jaren tachtig is opgericht. Sinds het land zich in 1991 van Ethiopië losmaakte, vecht de Jihad tegen de overwegend christelijke Eritrese regering. De groep eiste de verantwoordelijkheid op voor de moord op vijf Belgische toeristen en hun Eritrese chauffeur in december 1996.
De Jihad, waarvan het ledental op enkele tientallen wordt geschat, houdt zich vooral bezig met het leggen van landmijnen in het islamitische noordwesten van Eritrea. Nadat Ethiopië deze gebieden in mei afgelopen jaar had bezet, kwam de Jihad in het kielzog van het Ethiopische leger terecht. De groep kan op weinig steun van de Eritrese bevolking rekenen. Ze worden als collaborateurs met Ethiopië gezien.
Wegens de Jihad durven de blauwhelmen uit Jordanië hun basis in de westelijke stad Barentu niet te verlaten. Vooral 's nachts geldt er een negatief reisadvies in dit deel van Eritrea. De Jordaanse soldaten maken zich nu vooral nuttig met de heropbouw van het door het Ethiopische leger grotendeels vernielde Barentu. Voor de Jihad zou het ontvoeren van de Jordaniërs slechte publiciteit zijn. Deze zijn namelijk ook moslim.
De 1100 Nederlandse blauwhelmen lopen weinig risico. Zij bevinden zich vooral in het centraal-westelijke gedeelte van Eritrea.