'Tweederangs bewaarders' bij Schipholcellen

Het cellencomplex in Schiphol dat in de nacht van woensdag op donderdag werd getroffen door een inferno van vuur, werd bewaakt door tweederangs gevangenisbewaarders. Dat meldt De Telegraaf vandaag op basis van bronnen binnen het gevangeniswezen en vakbond Abvakabo. De bewaking in het cellencomplex is uit handen gegeven aan bewakingsbedrijf Securicor. Die had tijdens de brand drie cipiers in dienst.

Justitie zelf noemt de bewakers van Securicor uiteraard geen tweederangs, maar 'detentie-toezichthouder'. Volgens Securicor hebben hun bewakers een degelijke justitieopleiding gekregen en doen ze feitelijk hetzelfde werk als goed getrainde penitentiaire inrichting medewerkers, de echte gevangenisbewaarders. Formeel vallen ze onder de 'Tijdelijke Directie Bijzondere Voorzieningen'. Dat is een tak van justitie die is ontstaan toen justitie kampte met een tekort aan cellen en bewaarders; dat tekort werd veroorzaakt door een vloedgolf aan bolletjesslikkers en de vele afgewezen asielzoekers die het land moeten worden uitgezet.

Vakbond Abvakabo stelt dat de Securicor-cipiers slechts een korte cursus hebben gehad voor ze aan het werk gingen. Of er daadwerkelijk maar drie Securicor-medewerkers aan het werk waren tijdens de brand blijft onduidelijk. Securicor-woordvoerder Jeroen van der Poel weigert te zeggen hoeveel medewerkers aanwezig waren tijdens de nacht van de vuurzee.

Onderzoek
Naar de oorzaak en de omstandigheden tijdens de brand, de dodelijkste uit de geschiedenis van het Nederlandse gevangeniswezen, wordt een grootschalig onderzoek ingesteld.

Volgens enkele gevangenen werd het hulpgeroep in de cellen een tijd lang genegeerd, terwijl de ruimte zich vulde met rook. Later poogden beveiligers en toegesnelde marechaussee hen alsnog te bevrijden, maar zij faalden bij enkele cellen door hitte en zware rookontwikkeling. In totaal kwamen elf illegalen om het leven.