Ondergronds gangenstelsel uit WO 1 blootgelegd
In het Belgische dorpje Zonnebeke is een ondergronds tunnelcomplex uit de Eerste Wereldoorlog blootgelegd. Rond het dorpje werd in de Eerste Wereldoorlog flink gevochten. Enkele kilometers verderop, bij het dorpje Passendale, ligt Tyne Cot. Dit is de grootste Britse militaire begraafplaats op het Europese vasteland. Na de bloedige slag, die ook wel de derde slag om Ieper genoemd wordt, was het terrein zo onbegaanbaar dat men schuilplaatsen en hoofdkwartieren onder de grond moest bouwen. Deze zogenaamde ‘dug-outs’ werden als mijnschachten in de stevige klei gegraven. Volgens het Memorial Museum Passchendaele 1917 bevinden er zich in deze streek nog bijna tweehonderd dergelijke bouwwerken.
Deze zogenaamde ‘dug-out’ is een bouwwerk van meer dan vijftig meter lang en bevind zich tot een diepte van dertien meter onder de grond. De inrichting bestaat vooral uit slaapruimtes. Met langs beiden kanten van de ruimtes drie boven elkaar gestapelde slaapplaatsen. Daarnaast zijn er nog enkele kleinere ruimtes.
De locatie van de dug-out werd vorig jaar maart al vastgesteld. Met grond penetrerende radar werden de contouren van het immense bouwwerk in kaart gebracht. Onder leiding van Johan Vanderwalle, die veel ervaring heeft met ondergrondse oorlogsvoering, werd er gezocht naar de ingang. Zij moesten echter hun zoektocht tot na de herfst onderbreken omdat de eigenaar van de grond het weiland nodig had om er aardappels te verbouwen. De ingang werd gevonden en eind januari 2008 werd begonnen met het leegpompen van de meters diepe schacht.
“We hebben de schacht van de dug-out helemaal vrijgemaakt”, vertelt Johan Vandewalle. ”Die is maarliefst 13 meter diep, vierkant en heeft zijdes van 1,80 meter. We hebben de afgelopen weken ruim 60 kubieke meter modder en klei naar bovengehaald. Beneden bevindt zich een doolhof van gangen en zijkamers. Die zijn nog niet toegankelijk. Dat is werk voor de komende weken. Naar schatting verbleven er hier 50 tot 70 mannen onder de grond.”
