Werkenden schatten pensioenleeftijd te laag in
Het overgrote deel van de werkenden is zich er niet van bewust dat zij langer moeten doorwerken dan de huidige pensioengerechtigde leeftijd van 67 jaar. Dat meldt het platform Wijzer in Geldzaken maandag.
Twee derde van de werkenden in de leeftijdsgroep rond 35 jaar realiseert zich niet dat zij moeten doorwerken tot minimaal 70 jaar. Maar ook oudere werknemers schatten de stijging in pensioengerechtigde leeftijd slecht in. Nog geen kwart van de 45- tot 49-jarigen denkt na het 67e levensjaar nog door te moeten werken. Zij ontvangen hun eerste AOW-uitkering echter pas als ze de 68 gepasseerd zijn.
De AOW-leeftijd is momenteel tot 2023 vastgelegd op 67 jaar. Daarna wordt de pensioengerechtigde leeftijd gekoppeld aan de gemiddelde levensverwachting, waardoor werkenden waarschijnlijk fors langer moeten doorwerken.
Ook over de hoogte van het pensioen weten werknemers maar weinig, betoogt het platform. De helft van de beroepsbevolking kan niet inschatten welk bedrag maandelijks nodig is om na het pensioen rond te komen. Van diegenen die wel een inschatting maken, is driekwart niet zeker van zijn zaak.
De helft van de zevenduizend ondervraagden bouwt vermogen via de eigen woning op, om na pensionering te kunnen leven als nu. Een derde werkt langer door om de huishoudpot na pensionering aan te vullen. Gemiddeld denkt de beroepsbevolking 71 procent van het laatstverdiende inkomen nodig te hebben. Ze verwachten echter maar zestig procent te krijgen na pensionering.