Speciaal team voor aanpak 'weesfietsen'
Een speciaal 'weesfietsteam' moet gemeenten ondersteunen bij de aanpak van weesfietsen: fietsen die bij een station staan en niet meer door hun eigenaar worden opgehaald. Het team wordt in het leven geroepen door staatssecretaris van Verkeer Tineke Huizinga (ChristenUnie) en de Nederlandse Spoorwegen.
Weesfietsen dienen niet te worden verward met wrakken, waar niet meer op te fietsen valt, die verwaarloosd zijn en die een 'geringe economische waarde' hebben, en zwerffietsen. Dat zijn tweewielers die buiten de rekken zijn gestald. Weesfietsen staan in onbewaakte stallingen en worden niet meer opgehaald door de eigenaar.
Uit onderzoek in opdracht van het ministerie is gebleken dat het percentage weesfietsen in openbare stallingen kan oplopen tot twintig procent van de capaciteit. Strikte handhaving, toezicht of bewaking zou dat aantal kunnen reduceren tot maximaal vijf procent. Gemeenten spelen hierbij een belangrijke rol, zo luidt de aanbeveling.
Het gros van de gemeenten hanteert een termijn van 28 dagen voordat weesfietsen mogen worden verwijderd. Gemeenten vinden die termijn te lang, zo blijkt uit het onderzoek. Veel gemeenten weten echter niet of er een wettelijke minimumtermijn is.
De staatssecretaris kondigde gisteren verder aan te komen met een standaardaanpak voor gemeenten. Daarin zouden onder meer de juridische procedures en mogelijkheden voor gemeenten moeten komen te staan om de weesfietsproblematiek aan te pakken.