Dikkerds dommer dan slanke dennen

Icoon WetenschapDikke mensen scoren bij cognitieve testen veel slechter dan dunne mensen. Bovendien gaan bij dikkerds de hersenfuncties sneller achteruit dan normaal. Dit blijkt uit een Frans onderzoek dat deze maand gepubliceerd zal worden in het tijdschrift Neurology.

Het onderzoek werd gehouden onder 2.200 volwassenen tussen de 32 en de 62 jaar oud. Vijf jaar geleden moesten zij vier cognitieve testen doen. Dit jaar werden ze opnieuw aan deze testen onderworpen. De resultaten zijn schrikbarend: wetenschappers zien een direct verband tussen de testprestaties en de Body Mass Index (BMI), een verhoudingsgetal tussen lengte en gewicht dat geldt als een redelijke indicatie voor overgewicht. Hoe hoger het BMI, hoe magerder de score voor de testen.

Mensen met een BMI van onder de 20 bleken veel beter in staat om woorden te onthouden dan mensen met een BMI van 30 of hoger. Opvallender nog was de achteruitgang bij de groep zwaarlijvigen. Na vijf jaar onthielden ze nog maar 37,5 procent van de woorden. Bij mensen met een normaal gewicht was er geen significant verschil.

Professor Maxime Cournot, de leider van het onderzoek, vermoedt dat vetten in het lichaam van te zware mensen bepaalde hormonen uitscheiden die de hersenfuncties aantasten. Een andere verklaring is de verharding en verdikking van de aderen bij dikke mensen. Die zorgt niet alleen voor een verhoogde kans op hart- en vaatziekten, maar tast vermoedelijk ook de doorbloeding van de hersenen aan.

Mensen met een BMI van meer dan 30, hebben last van ernstig overgewicht. In Nederland zijn steeds meer mensen zwaarlijvig. Momenteel is ruim tien procent van de bevolking gevaarlijk dik.