Ik ga scheiden 38

“De enige die nog vertrouwen in mij heeft lijkt mijn dochter te zijn.” ‘Gelukkig, Ilse is er nog en hij heeft contact met haar gehad. Hij heeft haar sleutel. Maar waar is ze dan? Is ze wel bij die Mo?’ Dacht ik.
“Dan weet je nog niet dat je dochter op dit moment bij een man is die waarschijnlijk iets met haar van plan is waar jij en ik niet op zitten te wachten?” Markus had expres de deur van de huiskamer niet afgesloten.
“Ilse is altijd een eigenwijs stuk vreten geweest. Die Mo was er al in Limburg. Ik heb ook een keer met hem gesproken. Gewoon een keurige nette jonge man. Weliswaar iets ouder dan Ilse maar goed je houdt hun liefde voor elkaar niet tegen net zo goed als dat met onze liefde zo is.”
“Besef je wel dat dit alleen voor jou zo is? Voor mij niet meer. Ik geef helemaal niets meer om je, besef je dat wel? Ik ben eigenlijk doodsbang voor je. Is dat je doel ook? Doodsbange mensen om je heen? Onze liefde wordt nooit meer iets, zolang ik leef zal er geen jij en ik meer zijn. Nooit meer, niet in deze dimensie en in alle volgende ook niet meer.”

“Je bent overstuur. Geopereerd en zo. Je lichaam is niet meer het oude. Je procedeert tegen een machtig ziekenhuis. Ik snap het allemaal best dat je een beetje van slag bent, daarom reken ik het je ook niet aan wat je zonet gezegd hebt.”
“Wat drinken allebei?” vroeg Markus bijna wanhopig. Maar ik was klaar met deze bijzonder dove man maar besefte op het laatste moment voor een uitbarsting dat ik wilde weten wat hij wist van die Mo en de eventuele aard van de relatie tussen hem en onze dochter.
“Is goed lieverd.” zei ik.
“Waar is Ilse nu?” Ik haatte zijn houding, stompzinnig, wijdbeens onderuitgezakt op de bank. Een vieze broek, niet geschoren, gewoon helemaal onfris. En dan die gemaakte zelfverzekerdheid. Ik begon ook aan mijzelf te twijfelen, hoe heb ik ooit voor deze man kunnen kiezen! Hij leek al lang niet meer op de Jan die gekend heb.
“Dat weet ik niet. Ik zag haar gisteren in Amsterdam.”
“Hoe is het mogelijk, je zou pas na een paar dagen vrij zijn.” Hij onderbrak mij vaak hinderlijk.
“Goed gedrag, gewoon goed gedrag. En dat wil ik hier ook laten zien. Mijn koffers worden zo door een vriend hier naartoe gebracht. Vanavond slapen wij weer lekker bij elkaar.” Ik besloot nu niet in dat geouwehoer van hem mee te gaan.
“Wat zei ze je nog? Waar ging ze naartoe?”
“Kan ik dan hier blijven?”
“Nee natuurlijk niet.”
“Ze zei niets.”
“Je hebt het over je bloedeigen dochter hè. Jouw dochter die straks een seksslavin is in een of ander smerig stuk aarde.” Ik begon er moeite mee te krijgen zijn ogen er niet uit te krabbelen.
“Nou nou, loop je niet wat hard van stapel? Ze zag er goed uit. Droeg splinternieuwe kleren. Had ook een leuk horloge om, van jou gekregen? Nu niet meer alimentatie vragen hè?” Mijn god wat was ik klaar met deze man.
“Wij leven van een uitkering die ik nog maar net rond heb gekregen. Wij zijn gescheiden Jan en daar zal geen verandering in komen. Dus die sieraden en nieuwe kleding die ze droeg had ze gekregen van een gewone loverboy of erger. Snap je dat echt niet Jan, dat je dochter serieus gevaar loopt?” Hij ging rechtop zitten en haalde die stomme grijns van zijn smoel.
“Ze is vijftien, wat wil je.”
“Vijftien is nog een kind Jan!”
“Dan had je niet moeten scheiden dat had het allemaal een stuk stabieler geweest voor de kinderen. Jij bent hier toch echt de oorzaak van en niemand anders.” Ik kookte en wilde hem recht in zijn gezicht slaan, maar hij zou mij uitlachen, me kleineren.

“En nu Jan?”
“Ja pa en nu? Ik snap er helemaal niets meer van wat je nu allemaal zegt.”
“Houd jij nu maar je kop snotneus.”
“Maar natuurlijk. Dit dwingt respect af.” zei Markus cynisch.
“Jan als je niets zinnigs hebt toe te voegen nu dan stel ik voor dat je de sleutel van Ilse op tafel legt en verdwijnt.” zei ik rustig, waar ik het vandaan haalde wist ik even niet. Hij keek mij smerig aan.
“Dus jij denkt dat dit zomaar gaat?”
“Ja, of je moet weer geweld toepassen, in dat geval staat je zoon er nu bij en kun je zijn liefde voor de rest van je leven wel vergeten denk ik. Als je het op kunt brengen constructief na te denken hoe we onze dochter weer thuis krijgen dan gun ik je nog even. Maar dan nog leg je na afloop je sleutel neer.”
“Je bent een smerig wijf!” Hij stond op en verdween, zonder de sleutel op tafel te leggen. De voordeur sloeg hard dicht. Niet veel later kwam JW naar beneden.
“Ze arresteren hem buiten. Dat heb ik gevraagd, Markus hoeft dit niet weer mee te maken. We kunnen hem weer een tijdje vasthouden.”
“Hij blijft als een nare demon door mijn leven wandelen. Ik ben niet zeker van mijn leven. Ik zie het soms op de manier hoe hij naar mij kijkt.”
“Ik blijf dicht bij je.” Deze laatste woorden van JW gaven mij een heel vredige rust in mij. Ik koesterde het gevoel en hoopte dat het voorlopig niet wegging. Markus ging naar boven. Er was een hoop tumult buiten, hij wilde dit vanuit zijn slaapkamerraam zien. Hij had zo een beter zicht over de straat. Ik hoorde Jan gillen maar weigerde te gaan kijken. Ook JW keek niet.

“Een kopje thee?” vroeg hij rustig. Ik bevestigde.
“Markus!” schreeuwde ik naar boven. Hij vloog naar beneden en vermoedde het ergste.
“Mam?”
“Waar is haar paspoort?” JW keek eerste verontwaardigd.
“Petra, ook al heeft ze die, ze staat sinds vanochtend in de computer. Ze zal bij de grens aangehouden worden.”
“O, weet je dat zeker? En als ze nu niet met het vliegtuig reizen?”
“Als ze door Schengenlanden reizen dan kunnen ze dat zonder het paspoort te laten zien. Maar niet verder.” zei JW.
“Verder is misschien ook helemaal niet nodig.” zei ik.
“We zoeken met man en macht Petra. Ik ga naar het bureau om Jan uit te horen.” Ik knikte dat ik hem gehoord had maar staarde apathisch voor mij uit. Ik bedacht de dingen die haar allemaal zouden kunnen overkomen. Het maakte mij ziek.

Dagen van onzekerheid kropen voorbij als ijsgang op honderdjarige gletsjers. JW kwam zo af en toe langs om mij in te lichten. Maar er was niets, geen nieuwe informatie alleen dezelfde informatie maar dan anders ingevuld. Markus ging toch weer naar school en probeerde zo goed en kwaad als het kon zijn oude leven op te pakken. Hij had gelukkig genoeg vrienden. Hij zocht hele avonden het internet af naar sporen van zijn zus.
Mijn gsm ging af, het was het deuntje van Ilse, ik had Markus, Marion, Marleen en JW een eigen deuntje gegeven. Ik werd er koortsig van.
“Ilse! Waar ben je in godsnaam!” Het was lange tijd stil. Ik hoorde een zacht gesnik.
“Ilse?"