Op (2)
Op zich had ik geen bezwaar. Dat verhaal waarin ik vertelde dat het een fikse portie fictie was, is helemaal niet waar. Het is helemaal geen fictie, bedoel ik. Ik heb het allemaal écht verzonnen. Tjonge, en dat terwijl ik een tijdje terug nog riep dat ik niets kan verzinnen. Nou, ik kan het wel, maar het wordt de grootste onzin die je je maar kunt bedenken. Neem van mij aan: die onzin van mij, die verzin je niet. Ik wel.
"Mag ik bij je komen zitten?" vroeg Luide Theo, nadat ik een witregel had ingevoegd.
"Vooruit, waarom niet?" antwoordde ik. "Waar zou je anders moeten zitten? Er is hier maar één tafel in dit café." Ik nam een slok van mijn Korenwolf.
"Het is de stamtafel," zei Luide Theo.
Ik zuchtte. Wat een uil. Nou ja, zo lang hij gewoon bleef zitten en zijn bek dicht hield, viel het allemaal nogal mee. Het ergst was als hij ging praten of – nóg erger – zíngen. Je hebt soms van die gasten in de kroegen. Luide Theo was er dus zo eentje. Hij had een érg luide stem. Als er een muzikant in de tent was, dan vroeg hij altijd of hij even mocht. Nu was dit café 'De paffende snol' een cultureel café. Er gebeurde van alles: dansinstructie, schaakwedstrijden, exposities, voorleesvoorstellingen en ja hoor: ook muziek. Niet zelden stond er een gast met een gitaar op het kleine podium te jengelen. Leuk, totdat het pauze werd. Want dan stond Luide Theo op van de stamtafel en stormde op de van het podium stappende gitarist af. "Mag ik even?" Hij stelde de vraag zó plots en zó luid, dat nooit iemand durfde te weigeren. En dus stond Luide Theo steevast de stilte in de pauze op te vullen. Altijd met hetzelfde lied. Wie gokt op 'Nights In White Satin' zit fout. Waar zit de entertoets ook weer?
Ah, hier. Luide Theo was op een stoeltje aan de andere kant van de stamtafel gaan zitten. Goed zo, lekker ver weg. Hij begon gelijk te praten. Tegen wie? Het maakte niet uit; je hoorde hem aan de overkant van de straat nog. Hij heette niet voor niets Luide Theo. Wat of de band op het podium speelde, kon je niet meer horen. Ik hoopte maar dat het niet snel pauze was.
(Pauze.)
Gelukkig was daar de bareigenaar Volle Fred. Toen de zanger zei: "We houden even pauze," had de kroegbaas bliksemsnel een plaatje opgelegd. De elpee 'Days Of Future Passed' van The Moody Blues. Mooi hoor. Met daarop de hit 'Nights In White Satin'. Kijk, daar had je het fijne serveerstertje Samantha. Ze was vooral zo fijn vanwege haar grote tieten. Ik had daar al vaak over geschreven. Samantha herkende mij. Wat wilde je ook? Ik was tamelijk beroemd in die tijd.
"Hoe gaat het met je?" voeg ik haar.
"Goed wel," zei ze en ze schudde met haar boezem. Er liep een straaltje mondvocht uit mijn bakkes. "Mag ik je wat vragen?"
"Tuurlijk," zei ik. "Maar of je antwoord krijgt, ís maar de vraag."
"Is het allemaal waar?"
"Hoe bedoel je?" Die tut had mijn grapje niet eens door.
"Is het allemaal echt gebeurd? Dat wat je schrijft, is dat nou helemaal autobiografisch? Heb je al die dingen écht meegemaakt? Zo komt het wel over."
"Het korte antwoord is 'ja', maar er is ook een langer antwoord en dat begint met 'nee'. In dat lange antwoord leg ik uit dat de ware autobiografie niet bestaat. Dus wat kies je? Ga je voor het korte antwoord 'ja' of voor het langere antwoord dat begint met 'nee'?"
"Ik ga nergens voor. Ik ga naar huis. Mijn dienst zit erop."
"Mag ik met je mee?"
"Waarom?"
"Omdat ik zo bang ben dat als de band pauze heeft, dat dan Luide Theo de gitaar van de zanger afpakt en zelf een moppie gaat spelen."
"Dat zal toch niet?"
"Je kent hem toch? Nooit meegemaakt?"
"Helaas wel," zei ze.
"Als ik nou met jou mee naar huis mag, dan weten we allebei zeker dat we het niet hoeven te horen." Vanuit een ooghoek zag ik Luide Theo om zich heen kijken.
"Hmm, ik weet niet," zei Samantha. "Ik neem niet zo maar iedere man mee naar huis. De meeste kerels willen alleen maar aan mijn tieten lurken."
"Ik wil helemaal niet alleen maar aan je tieten lurken," zei ik stellig. "Ik wil ook wel aan andere onderdelen van je lurken." Dat laatste zei ik maar niet. "Een goed gesprek na afloop sla ik ook nooit af," zei ik wel.
"Ik ben daar niet zo goed in," was haar antwoord. "Ik heb niet gestudeerd. Daar was bij ons thuis het geld niet voor. Vandaar dat ik niet veel verder ben gekomen dan serveerster."
"Maar je bent wel een heel goede serveerster," zei ik. Hoe lang ging dit duren? Ik had heel erg zin in grote tieten.
"Dat is lief van je, dat je dat zegt. Ik krijg niet zo vaak complimenten."
"Je hebt ook heel mooie tieten," zei ik.
"Hoe weet je dat nou? Ze zitten verstopt achter m'n truitje."
"Dat is waar. Hoe lossen we dat op?"
"Ik ga ze hier niet laten zien, zeg. Als je ooit eens bij mij thuis bent, dan misschien."
"Waarom niet nu? Blijf staan, dan pak ik mijn jas even." Ik snelde naar de garderobe. Het was hoog tijd voor een witregel. Of dat ik twee keer op enter drukte; dat kon ook.
Wacht, het leek me goed dat ik ook even ging piesen. Als ik dat straks bij Samantha thuis zou moeten gaan doen, terwijl die net haar tieten ging laten zien, dat zou alleen maar oponthoud geven. Wonder boven wonder was het rustig op de plee. Ik haalde mijn ding uit mijn broek en hing hem boven een urinoir. Een ferme straal spoot in de porseleinen bak. Niets mis mee. Wat een fijn orgaan is het toch. De deur ging open en naast mij kwam Volle Fred staan. Gelijk was het hele pleehok vol. Een mens krijgt toch niet voor niets een bijnaam. Maar wat was dat? Wat Volle Fred daar loosde, dat was gelijk een complete tsunami! Je zou er een minderwaardigheidscomplex van krijgen. Gelukkig hád ik al een minderwaardigheidscomplex, dus schudde ik voorspoedig mijn lulleke af en zonder al te veel te druppelen borg ik hem weer veilig op. Ik waste mijn handen, maar droogde ze niet aan de smoezelige handdoek. Toen ik het café 'De paffende snol' weer binnenkwam, zag ik nog net hoe Samantha de voordeur uit werd gesleept aan de arm van de zanger.
Kut. Dat had ik weer. Nou ja. Die tieten liepen niet weg. Of nee, dat deden ze wel. Ze kwamen wel weer terug, vroeg of laat. Een ander positief facet van al deze avonturen was dat ik ondertussen fijn had geplast en zeker wist dat de urogenitale buis wat dat betreft nog naar behoren functioneerde. Zo'n geruststelling is ook belangrijk. Dat mag gezegd. Net zo belangrijk is overzicht in een tekst. Vandaar dat ik weer een paar enters invoeg.
Ik ging weer zitten aan de stamtafel. 'Nights In White Satin' was afgelopen en nu was het stil in café 'De paffende snol'. Volle Fred stond nog steeds bij een pisbak te vloedgolven. Luide Theo had van de geruisloze gelegenheid gebruik gemaakt om de gitaar van het podium te pakken. Hij zette zijn ene voet op een stoel en legde het instrument op zijn dijbeen. Vervolgens sloeg hij een akkoord aan en ja hoor, daar brulde hij de eerste regel van zijn favoriete lied: "Dééééééééér zwom 's een hoer in't Noordzeekanaal: hoezee!"
Voor ik het wist zong iedereen in koor de tweede regel van de klassieke tekst mee: "Ze zwom als een aal en d'r kut was kaal: hoezee!"
Van pure ergernis begin ik deze zin op een nieuwe regel en knal ik er nu ook een witregel in.
Mijn Korenwolf was op. Ik keek naar het tafereeltje in het café 'De paffende snol'. Luide Theo stond te lallen met de gitaar in zijn handen. Enkele mensen hingen om hem heen en zongen zijn lied mee. Van onder de toiletdeur kwam een stroom van zeik die stonk naar Volle Fred.
Ik verlangde naar Samantha met haar grote tieten en dacht: "Hoe kom je erop?"
Apeldoorn, juni 2011