Zeg me dat ik droom
Ze kijkt om zich heen. Witte muren. Ze ligt in bed. En ze draagt kleren die ze normaal gesproken niet aan heeft. Wat is er gebeurd? Ze probeert zich te herinneren hoe ze daar kwam, maar er komt niets. Haar geheugen lijkt gewist. Ze herinnert zich wel dat ze met een vlaggetje stond te zwaaien. Maar verder niets. Heeft ze dat gedroomd of droomt ze nu? En waar zijn mama en papa? Ze wist zeker dat die bij haar waren. Ze probeert zich nog eens te herinneren wat er gebeurd is. In flarden komen er beelden.
Het is net alsof het mist. De beelden zijn troebel. Ze ziet vage gestalten die met vlaggetjes zwaaien. Mensen roepen wat, maar ze hoort niet wat ze roepen. Het lijkt wel alsof ze doof is. Ze probeert door de mist heen te kijken en schrikt dan. Vlakbij ziet ze ineens zichzelf. Dat kan toch niet? Ze ziet haar omgeving vanuit zichzelf en toch ziet ze zichzelf. Ze staat daar te juichen en te zwaaien met een vlaggetje. Ze ziet het duidelijk, ondanks die mist. Vreemd, denkt ze, maar krijgt geen tijd om er verder over na te denken, want plotseling ziet ze zichzelf meegesleurd worden door een zwarte auto. Dan ziet ze zichzelf ineens niet meer, maar voelt dat ze wordt meegetrokken door iets. Het lijkt wel in slow motion te gebeuren. Ze weet dat er iets ergs met haar gebeurt, maar ze weet niet wat. Ze hoort niets en voelt niets.
Dan komt ze vrij van die auto en valt. De zwarte auto verdwijnt langzaam in de mist. Het meisje kijkt om zich heen. Vaag ziet ze dat er mensen op de grond liggen. Er staan mensen te gillen, maar ze hoort het niet. Ze ziet alleen de open monden en de afschuw op de gezichten. Mensen komen naar haar toe en buigen zich over haar heen. Ze vragen haar iets, maar er is geen geluid. Ze weet, dat ze een ongeluk heeft gehad en dat ze gewond is, maar ze voelt niets. Iemand legt iets over haar heen. Ze probeert te bewegen, maar dat gaat niet goed. Ze kan wel haar hoofd bewegen en kijkt naar rechts. Verderop zijn twee mensen bezig iemand te reanimeren. Ze kan niet zien wie het is. Ze weet trouwens helemaal niet wat ze hier eigenlijk doet. Ze denkt wel dat er iets heel ergs is gebeurd.
Opeens gaat een van de mensen die aan het reanimeren zijn een stukje opzij, zodat het hoofd van het slachtoffer zichtbaar wordt. Een lijkbleek gezicht met grote ogen die haar glazig aanstaren.
“Mama!!!!”
Dan wordt ze wakker. Even moet ze bijkomen van de beelden. Gelukkig, denkt ze dan. Het was maar een droom.
De volgende ochtend zit ze met haar ouders aan het ontbijt.
“Ga je ook mee naar de feestelijkheden, Britt?” vraagt haar moeder.
O ja, denkt Britt. Dat is waar ook. Koninginnedag. De drumband speelt dan voor de koningin.
“Natuurlijk ga ik mee,” zegt Britt opgewekt. Maar dan schiet haar plotseling die droom te binnen.
“Maar mam, pap. Ik heb een rare droom gehad en ik denk dat hij over Koninginnedag ging. Ik werd in het ziekenhuis wakker en had een shirt van de drumband aan. Alles was wel vrij vaag in mijn droom, maar ik weet zeker dat het met Koninginnedag te maken had. En het was echt een nachtmerrie. Ik kreeg een ongeluk en...” Britt zwijgt plotseling.
“En wat?” vraagt haar vader.
Britt kijkt wat triest en zegt zachtjes: “Mam ging denk ik dood, want ze werd gereanimeerd.”
Even is het stil in de familie. Dan zegt haar moeder: “Ben je gek, ik ga nog helemaal niet. Je bent van mij nog niet af.”
Ze lachen, maar het is toch niet een echte blije lach.
Twee dagen later begeleiden Britt en haar ouders de Prinses Juliana drumband uit Tilburg als deze gaat optreden op Koninginnedag in Apeldoorn. Op het moment dat de bus met de Koninklijke familie langs het monument rijdt, staat Britt te zwaaien met een vlaggetje.
Het volgende moment wordt ze wakker in het ziekenhuis. Precies zoals in haar droom, maar dat herinnert ze zich op dat moment niet. Ze herinnert zich niets. Ze ziet dat ze een shirt van de drumband aan heeft. Ook precies als in haar droom. Ze weet nog dat ze stond te zwaaien naar de bus met de Koninklijke familie maar verder niets. De verplegers vertellen haar wat er is gebeurd. Haar vader vertelt haar dat haar moeder ook in een ziekenhuis ligt en in coma is. Britt kan het bijna niet bevatten. Ze herhaalt steeds dezelfde woorden: “Zeg me dat ik droom, zeg me dat het niet waar is.”
Het komt niet vaak voor dat ik van een interview onder de indruk raak, maar van het interview dat EénVandaag met Britt en haar vader onlangs had, was dat wel het geval.
Britt was door de auto van Karst Tates meegesleurd en had haar rechter elleboog gebroken en een gecompliceerde breuk aan het rechterbeen. Haar moeder is de dag waarop Britt naar huis mocht, de dag van de herdenking, overleden.
Britt probeert nu nog steeds het stuk dat ze kwijt is in haar geheugen, terug te krijgen. Ze bekijkt de foto’s van de gebeurtenissen zodat die misschien wat los maken. Op die foto’s zijn zowel haar moeder als zijzelf te zien. Britt had een hechte band met haar moeder. In de uitzending wordt een concert van haar en haar moeder op een schoolfeest uitgezonden. Was het toevallig of was het voorbestemd dat het lied van de Corrs dat ze zongen, eindigt met ‘heaven in your eyes’?
Britt heeft nog wel last van haar been. Soms meer en soms wat minder. Ze heeft ook beslist nog veel pijn van binnen, ook al zien mensen dat niet. Maar ze kon het zo goed verwoorden dat het mij trof. Ze is volop zelf bezig met haar verwerkingsproces, dat werd mij wel duidelijk. Als ze veel pijn heeft is ze erg boos op Karst Tatus, maar verder eigenlijk niet. Wat veel volwassenen niet kunnen, kan zij wel. Ze begrijpt dat de man ziek was.
Springen op een buitentrampoline is een onderdeel van haar verwerkingsproces. Met haar iPod op sluit ze zich zo af van de wereld. Maar vaak denkt ze nog wel aan haar moeder.
Ik weet zeker dat de herinneringen aan haar moeder haar uiteindelijk steeds sterker zullen maken. Ze is nu vijftien, maar is door de gebeurtenissen eigenlijk in één klap volwassen geworden. Nu is het zaak om te vechten en geestelijk te groeien. De innerlijke harmonie die er was zal niet meer bereikbaar zijn vanwege de wond in haar ziel. Maar door nu sterker te worden zal ze zeker later veel kunnen bereiken en veel kunnen betekenen voor anderen. Haar moeder zal haar daar bij helpen.
Dus blijf springen, Britt. Bij iedere sprong word je niet alleen lichamelijk sterker, maar ook geestelijk.