Interview: Isobel Campbell

Het kriebelende gevoel binnen in mijn buik zal weinig te maken hebben met de komst van de lente, want echt zonnig liggen de Amsterdamse grachten er op deze druilerige dinsdagmiddag bepaald niet bij. Of het nu vlinders of de zenuwen zijn, de kriebels hebben meer te maken hebben met de Schotse zangeres Isobel Campbell, die ik zodadelijk in een hotel binnen de grachtengordel mag interviewen. Isobel Campbell, bekend geworden als zangeres en celliste bij de succesvolle Schotse band Belle & Sebastian. In 2002 stapte ze midden in hun Amerikaanse tournee uit de band, om zelf haar muzikale pad te kiezen. Stilgezeten heeft ze sindsdien zeker niet, ze bracht onder andere twee soloplaten uit. De zangeres, die zich vooral laat beïnvloeden door haar klassieke scholing, weet haar fluweelzachte engelenstem te combineren met Schotse folk. De internationale muziekpers keek dan ook even vreemd op toen in 2006 Ballad of the Broken Seas uit kwam, een samenwerking met de Amerikaanse woestijnrocker Mark Lanegan. Lanegan, die in de jaren negentig een klein plaatsje verdiende in de annalen van de grunge met de band the Screaming Trees, is de laatste tijd vooral bekend om zijn samenwerking met de Queens of the Stone Age. Ook bracht hij recentelijk nog onder naam The Gutter Twins het duistere Saturnalia uit. Een aparte combinatie dus, maar net zoals Belle & het Beest bleek ook de samenwerking tussen Campbell & Lanegan een groot succes te zijn. Zo’n succes dat het niet een eenmalig experiment kon blijven: vanaf 8 mei ligt Sunday at the Devil Dirt in de winkels. Een hernieuwde samenwerking tussen Isobel Campbell en Mark Lanegan, reden voor FOK! om eens voor het haardvuur plaats te nemen met de Schotse schone.




Welkom in Amsterdam! Ik hoorde dat je ons kikkerlandje vandaag ook al weer gaat verlaten. Zeker geen tijd gehad om wat toeristische hotspots te bezoeken?
Wel, ik ben hier nu al een paar keer geweest, maar heb nog steeds niet de tijd gehad om rond te kijken. Sowieso heb ik nu een erg hectische tijd achter de rug, en zit ik voornamelijk binnen in hotellobby’s, zoals nu, om met de pers te kletsen. Misschien als we begin juni terugkomen naar Nederland dat ik dan de tijd weet te vinden om op zijn minst het Anne Frankhuis eens te gaan bekijken!

Je bent nu al meer dan tien jaar muzikaal actief en ook nogal productief bezig. Je hebt platen uitgebracht onder verschillende noemers...hoe zie je jezelf ontwikkeld gedurende deze muzikale reis? Denk je dat je muziek meer volwassen is geworden dan toen je begon?
Ja, ik voel zeker dat ik ontwikkeld ben. Los van het werk wat ik samen met Belle & Sebastian heb uitgebracht heb ik tien jaar tijd zes album opgenomen. Dan is het niet meer dan normaal dat je groeit in je muziek, en met je muziek meegroeit. En dat tegelijkertijd je muziek ook met jou meegroeit. Vandaar dat ik ook telkens iets nieuws probeer en daar volledig voor ga. Het is belangrijk om niet vast blijven zitten in je eigen muziek, en andersom geldt precies hetzelfde. Volwassener valt moeit te zeggen, maar ontwikkeld? Dat zeker.

Je muziek wordt vooral beïnvloed door klassieke muziek en folk maar tegelijkertijd heeft je muziek op zijn eigen manier een sterk hedendaags karakter. Door wat voor hedendaagse artiesten voel jij je vooral beïnvloed als muzikant?
Ik heb het niet zo op hedendaagsheid, haha. Nee, ik luister veel naar Neil Young en Bob Dylan is ook een grote invloed op me, maar artiesten onder de zestig doen het inderdaad niet heel erg goed in mijn platencollectie. Het klopt dat ik me het meest laat beïnvloeden door klassieke muziek, daar luister ik ook het meeste naar. En de vergelijking met Damien Rice? Dan zou ik zijn muziek toch echt eens wat beter moeten gaan beluisteren!

Over de totstandkoming van je nieuwe album, Sunday at the Devil Dirt, zei je: "Veel van de songs gaan over verlossing en het verdwaald zijn van het pad der rechtvaardigheid. Gezien de ervaringen die ik had in het maken van dit album, denk ik dat het precies past. Op zijn zwakst gezegd heb ik echt een album gemaakt waar ik hard voor heb moeten vechten, alsof het mijn kind was." Was het echt zo’n zware bevalling?
Het is een zwaar, lang en moeilijk proces geweest. Ik denk dat ik er ongeveer anderhalf jaar mee bezig ben geweest. Het schrijven, het uitwerken, en het uiteindelijke opnameproces is met name voor dit album erg zwaar voor me geweest. Vandaar dat ik het echt zie als mijn kindje, maar het is daarmee niet anders dan mijn andere platen. Voor elk album geef ik mezelf volkomen, en ben ik aan het eind van de rit emotioneel uitgeput. Financieel trouwens ook.

Financieel?
Wel ja. Ik geef echt alles voor mijn muziek, stop er alles in, en dat betaalt zich niet telkens evengoed terug. Dat is inderdaad een van de redenen waarom we hier in dit Amsterdamse hotel samen voor het haardvuur zitten, maar ook simpelweg omdat de platenmaatschappij dat nu eenmaal van me eist.




De nummers op het nieuwe album klinken wat meer duister dan op haar voorganger, Ballad of the Broken Seas. Waar gaat het ongeveer over, zitten er een zogenaamd 'Groot Idee' achter Sunday at the Devil Dirt?
Er is niet echt een groot idee achter dit alles. De teksten die ik schrijf gaan meer over de dingen die me in het dagelijks leven bezig houden, dingen die voor mij persoonlijk zijn. Ik hoef er geen grotere boodschap mee uit te dragen. In het schrijven van mijn teksten volg ik mijn gevoel, mijn intuïtie, en heb daar niet een vaststaand doel mee in gedachten.

Tijdens de opnames voor jullie vorige samenwerking bevonden Mark Lanegan en jij je niet in dezelfde studio, er zat zelfs een Atlantische Oceaan tussen. Dit keer vloog Mark naar Schotland om daadwerkelijk samen met jou het album in te zingen. Heb je het gevoel dat zijn aanwezigheid een andere impact heeft gemaakt op Sunday at the Devil Dirt dan bij Ballad of the Broken Seas?
De vorige keer was het inderdaad voornamelijk FedEx die ons nader tot elkaar bracht, maar nu was zijn fysieke aanwezigheid zeker een grote hulp. Natuurlijk was ik al veel langer bezig met het album, en had ik Mark eigenlijk alleen nodig om zijn stem. Zeker niet om Mark te kort te doen, maar ik zie hem meer als gastmuzikant op mijn album. Zijn stem is eigenlijk niet meer dan een instrument wat mijn werk afmaakt. Dus kwam hij negen dagen lang bij me in de studio zitten, waar ik hem vervolgens van elk nummer ongeveer tien takes liet inzingen. Het was inderdaad een vermoeiende week, maar ik ben blij dat we nu op deze manier gewerkt hebben.

Had je ook een andere zanger in gedachten om mee samen te werken?
Aanvankelijk wel ja. Ik dacht wel eens aan andere mannen, haha. De Amerikaanse blueszanger Dr. John had ik in mijn achterhoofd, en zijn platenmaatschappij wilde dat ik eens wat van mijn nieuwe materiaal op wilde sturen. Ik was hier nogal huiverig voor om in zo’n vroeg stadium mijn werk uit handen te geven, en uiteindelijk voelde ik me toch ook meer vertrouwd met Mark Lanegan. Het werkte de vorige keer ook precies zoals ik wilde, dus waarom niet nog een keer?

Tijdens de paar keer dat ik naar je nieuwe album heb mogen luisteren viel het me op dat het verschilde van je eerdere werk in dat het minder beïnvloed lijkt te zijn door folk en klassiek en dat de nummers hier en daar een sterk Amerikaans karakter hebben. Er valt wat meer blues en jazz in te horen.
Grappig dat je dat zegt: een andere interviewer merkte juist op dat er weer wat meer folk-invloeden op te horen zijn. Maar ik ben het volkomen met jou eens dat ik me dit keer minder door klassiek en folk heb laten leiden, en er wat meer blues in heb gestopt. Of dat nu meteen Amerikaans zou zijn...ik zou het eerder meer Europees willen noemen. Ik vind dat vooral 'The Raven' en 'Seafaring Song' een duidelijk Europees gevoel met zich mee dragen.

Het eerste album was een onverwacht succes, velen waren prettige verrast door de samenwerking tussen een Schotse Belle en een Amerikaanse prairiewolf. Men dacht wel dat het one-time-only samenwerking zou zijn, maar hier is dan de opvolger. Kunnen we ook een derde samenwerking verwachten? Wachten Mark & Isobel een lange en glorieuze toekomst?
Ik heb werkelijk geen flauw idee. Op het moment ben ik geneigd nee te zeggen, maar dat heeft eigenlijk meer te maken met het feit dat dit album gewoon een lang en zwaar proces is geweest en ik momenteel hard toe ben aan vakantie. Ik ben werkelijk doodop. Ik heb dus geen idee wat de toekomst brengen zal, maar wie weet. We gaan eerst eens kijken hoe de gezamenlijke optredens de komende maanden gaan bevallen, en dan zie ik wel weer verder wat mijn volgende project zal worden.


Sunday at the Devil Dirt, de tweede samenwerking van Isobel Campbell en Mark Lanegan ligt vanaf 8 mei in de winkel. Op 8 juni doen Campbell en Lanegan Amsterdam aan voor een optreden in de Paradiso.