Britse juniorendubbelslag op WK tijdrijden
Op het wereldkampioenschap wielrennen in het Australische Wollongong hebben de Britten een meer dan uitstekende dag achter de rug. Dinsdag werden de laatste individuele tijdritten afgewerkt, die bij de junioren, en dat leverde twee Britse zeges op.
Junioren vrouwen
Zoe Bäckstedt was de torenhoge favoriete en dat was niet onverdiend: eerder deze maand won ze in Nederland nog een sterkbezette koers waar ze in drie dagen tijd meer dan zes minuten voorsprong bij elkaar reed. De Britse dochter van de Zweedse kasseienreus Magnus Bäckstedt liet er in Wollongong geen gras over groeien: het was razendspannend, tot zij op het tussenpunt véél sneller was en aan de finish meer dan anderhalve minuut rapper was dan de rest.
Bäckstedt was de laatste die arriveerde en het goud was dus binnen, op maar liefst 1:35,58 minuten ging het zilver naar de Duitse Justyna Czapla. Brons was er voor de Belgische Febe Jooris, die haar tijdrit bijzonder knap indeelde: op het tussenpunt noteerde ze de tiende tijd, aan de finish was het brons op 1:48,98 minuten. Anna van der Meiden zat daar maar een ruime seconde achter, maar werd achter Eliska Kvasnickova uit Tsjechië vierde, terwijl Nienke Vinke nog anderhalve seconde meer inleverde en zevende werd.
Junioren mannen
Hamish McKenzie was een van de eersten die in actie kwamen en de Australiër reed voor eigen publiek een dijk van een rit. Het betekende dat hij urenlang op de hotseat mocht zitten, maar tóch niet won: de Brit Joshua Tarling, die als allerlaatste op pad ging, was op elk tussenpunt sneller en dook aan de finish 19,19 seconden onder McKenzie's tijd door, die zo op het laatst mogelijke moment alsnog terug werd verwezen naar het zilver.
De Duitser Emil Herzog deelde zijn rit fraai in: van een achtste plek op het eerste tussenpunt klom hij op naar brons op 33,45 seconden. De Zwitser Jan Christen werd op 59,52 seconden vierde, Sjors Lugthart noteerde op 2:07,58 minuten de zestiende tijd en Mees Vlot was ook niet rap genoeg: 23e op 2:40,36 minuten.
Beloften mannen
Meerdere mannen streden om de medailles, halverwege leek het vooral om drie te gaan: de Belg Alec Segaert, de Brit Leo Hayter en Soren Wærenskjold uit Noorwegen. Hayter had op het eerste punt de snelste tijd staan, de aan het eind rijdende Segaert dook er een ruime seconde onderdoor. Op punt twee was de Brit nog altijd de snelste, maar dit keer was Wærenskjold langs Segaert gegaan op de tabellen - zij het met enkele tienden van een seconde.
De Noor had het tempo er behoorlijk goed in zitten, want op het laatste tussenpunt dook hij ineens 23 seconden onder Hayter's tijd door, terwijl Segaert negen tellen toe moest geven. Daarmee was de toon gezet: Wærenskjold pakte het goud, Segaert was uiteindelijk 16,34 seconden langzamer en pakte zilver, voor Hayter (+24,16 seconden). Mick van Dijke was op een teleurstellende achttiende plek (+1:53,87) de beste Nederlander, Axel van der Tuuk werd 24e (+2:32,42).